„Een NBV? Daar heb ik geen interesse in”
AMSTERDAM - Ze draagt een lange, wijde broek die amper van een rok te onderscheiden is en ze heeft er flink de pas in. Maar als ze wordt aangesproken, blijft ze welwillend staan. Een open gezicht, een vriendelijke stem. „De NBV? Wat is dat? O, een Bijbel. Nee, dank u. Daar heb ik echt geen interesse in en ik moet snel verder. Succes ermee!”
De Dam in Amsterdam. Donderdagmiddag. Najaarskermis. Het reuzenrad draait en draait en draait. Een dreunende discobeat vermengt zich met het geknars van over het Damrak scheurende trams. ”Suikerspinnen in twee kleuren”, schreeuwt een neonreclame. En wat voor een suikerspinnen. Een jongen, die gezien z’n kleding nog graag jongen wil zijn, maar er in leeftijd duidelijk te oud voor is, gaat met z’n hele gezicht schuil achter de kleurige zoetigheid. Praten kan hij niet, meldt hij door met zijn hoofd driftig ”nee” te schudden. De zoetigheid neemt hem volledig in beslag. En dat gaat ook nog wel even duren, zo te zien.Iets verderop wringt een man z’n lichaam in allerlei bochten om zowel het reuzenrad als het Paleis op de Dam op de gevoelige plaat vast te leggen. Het gaat klaarblijkelijk niet lukken. „What? Sorry, no, I’m from England.”
Een in kleurige gewaden gehulde donkere vrouw, afkomstig uit Suriname, schrijdt statig langs het nationaal monument. Waardig, rustig, zoals alleen dit soort vrouwen lopen kan. „De Bijbel? Sorry, meneer, maar ik heb echt geen tijd.” Ze knikt nog een keer vriendelijk en schommelt dan op haar gemakje verder.
Voor een groentewinkeltje staat Johan. Onder zijn arm draagt hij een kartonnen doos vol appels en sinaasappels. In z’n andere hand heeft hij een sigaartje. „Ja, ja, ik heb ervan gehoord”, meldt hij in onvervalst Amsterdams. „Ik weet niet hoe, maar ’k denk via de televisie. Zal wel, toch? Waar moet ik het anders van weten, hè?” Of hij zelf een Bijbel heeft en er ook in leest, is de vraag. Hij neemt een trekje van z’n sigaar en schudt dan triest met z’n hoofd. „’k Heb er wel een, maar lezen doe ik er niet meer in. Vroeger wel gedaan, maar ik ben er effe klaar mee. Helemaal klaar mee, zeg maar.” Stilte. Maar uitgepraat is hij nog niet, dat maakt zijn lichaamstaal meer dan duidelijk. Hij blaast langzaam een wolk rook uit. „Vroeger las ik er wel in. Best wel vaak, eigenlijk. Maar nu ben ik alles kwijt. M’n vrouw, m’n dochtertje. En ook nog m’n vader. Nee, het hoeft voor mij echt effe niet meer.” Johan is 30, zegt-ie.
Een paar meter verderop staat een deftige heer even pauze te houden op het trottoir voor z’n winkel. Hij rookt een sigaret terwijl hij kijkt naar het draaiende reuzenrad en naar de slingerende Booster die ernaast staat en waarin gillende mensen, vastgebonden in stoeltjes, heen en weer worden geschud. „Een nieuwe bijbelvertaling? Ik moet niets hebben van dat nieuwe. Ik hou van oud, ik ben namelijk katholiek. Maar lezen in de Bijbel doe ik niet. Dat komt misschien nog wel eens, als de gelegenheid zich voordoet.”
Abdeslam (18) staat met z’n handen in de zakken van z’n spijkerbroek stoer te wezen voor een winkeltje waar ze petten en sjaaltjes verkopen. Zwart petje, donkere krullen, donkere ogen. Uiterst vriendelijk. „De NBV? Nooit van gehoord. Ja, van de Bijbel natuurlijk wel. Op school hebben we daar ook in gelezen. Waar het in de Bijbel om gaat? Om hetzelfde als in de koran. Ik ben namelijk moslim. Nee, niet zo heel erg gelovig, maar ik weet wel dat God er altijd voor mij is.” Hij legt een beringde hand op de plaats van z’n hart. „Heel diep in m’n hart weet ik: God is groot. Dat gaat nooit weg. En tussen de Bijbel en de koran is niet zoveel verschil. Jodendom, christendom, islam: schuif het maar in elkaar. Echt waar, er is maar één God.”
Waar het in de Bijbel om gaat? Arjen, een keurig uitziende student van 24 jaar, geeft het antwoord al voor de vraag helemaal verklonken is. „Om Jezus natuurlijk! En om de apostelen. Nee, ik weet niets van een NBV, maar ik lees wel eens in de Bijbel. Ik ben namelijk erg spiritueel ingesteld.”
Marjan (59) valt op in het Amsterdamse straatbeeld. Zwart mantelpakje, rode baret. Deftig is ze en een paar tikkeltjes afstandelijk. „De Nieuwe Bijbelvertaling? Toevallig heb ik daar gisteren een stukje over gelezen in de NRC. En de Bijbel ken ik zeker wel. Er staat er eentje naast mijn stoel in de huiskamer. Ik lees er heel af en toe in. Ja, ik weet waar het in de Bijbel om gaat. Als u verder geen vragen heeft…”
Een oudere dame -grijs haar in een knotje, donkere jas, paarse sjaal en veterschoenen- kent de Bijbel heel goed. „Ik ben gereformeerd opgevoed en moest vroeger op zondag twee keer naar de kerk. Maar van die krampachtigheid ben ik verlost, als ik dat zo mag zeggen. Dat je op zondag niets mag en zo. Begrijp me goed, ik vind de zondag nog steeds een bijzondere dag, maar ’t is anders.” De Bijbel leest ze nog wel eens en van de NBV heeft ze wel gehoord. Ze kijk schuin omhoog en denkt na. „Hoe zal ik het zeggen, ik ben toch wat achterdochtig over zo’n nieuwe vertaling. Wat gaan ze nu weer allemaal veranderen, hè? Blijft de boodschap, de opdracht wel dezelfde? Wat die opdracht is? Dat je omkijkt naar mensen.”
Sia, zo heet ze, ziet Jezus tegenwoordig als een Profeet, „als een goed Voorbeeld dat navolging verdient.” Zonde? „Daar word ik een beetje kriegelig van, van dat woord. Dat heeft zoveel gewetens verkracht. Je bent dan überhaupt schuldig, hoe goed je ook je best doet en je komt er nooit. Nee, dat is het niet. Of ik nog in de kerk kom? Jawel, zo nu en dan.” Welke kerk? „De Westerkerk. Zeker toen ds. Ter Linden daar nog stond. Maar ik ga niet alleen voor de voorganger, ik ga ook voor het orgelspel. Dat is daar heel geweldig.”
Is het te brutaal om haar leeftijd te vragen? Ze kijkt schalks en er breekt een lach door op haar gezicht. „Ja, dat is heel brutaal, maar het is geen zonde en dus mag u het weten: 74.”