Dirk de Wachter: We willen allemaal gekoesterd worden
„Het belangrijkste in de geneeskunde is hoopvol wachten.” Psychiater Dirk de Wachter sprak vrijdag op het congres ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van het Kennisinstituut christelijke ggz.
„Wat is het probleem van onze tijd?” vraagt Dirk de Wachter aan de volle zaal psychologen, psychiaters en artsen. „Dat we obsessief bezig zijn met ons geluk. We denken dat we het geluk zelf kunnen maken. Dat heeft gevolgen voor de ongelukkige mens. Die denkt: ik heb het niet goed gedaan en wordt door zijn omgeving ook zo bekeken. Terwijl verdriet bij het leven hoort. In de tekorten en het verdriet bestaat de liefde. Juist dan hebben we elkaar nodig. Als we alles fantastisch doen, zwellen we op in een zelfgenoegzame ikkigheid.”
Volgens de bekende Belgische psychiater („Ik ben een dokter van het verdriet”) is een van de grootste problemen in de ggz dat psychiaters werken in een geneeskundige omgeving van hoogtechnologische zorg met fantastische successen. „En in die omgeving moeten wij een beetje foefelen met het verdriet. In onze sector heerst een grote machteloosheid: doen we het wel goed? Wat moeten we doen als mensen niet genezen?”
Mysterie
Maar nee, het gaat niet om het succes en het perfecte plaatje, zo benadrukt De Wachter. Dat is moeilijk voor de westerse mens, het niet-weten. Een hulpverlener wil begrijpen en helpen. „Maar een belangrijk stuk van het menselijk zijn is een mysterie. Hoe meer we onderzoeken over de rol van erfelijkheid bij psychische ziekten, hoe meer we zien dat het nog veel ingewikkelder is dan we dachten. Naarmate de wetenschap vordert, neemt de mysterie toe.”
Dat heeft gevolgen voor de psychiater en de psycholoog. „Het klinkt misschien wat vreemd, maar bescheiden en niet-wetend zijn is een belangrijke eigenschap voor een hulpverlener. We weten het niet, dus vragen we het. Juist omdat we elkaar als mensen niet begrijpen, blijven we nieuwsgierig. Bij een patiënt beginnen we met de informatie, de medicijnen, de feitelijkheden. Het interessante komt voorbij die feitelijkheden. Wat gaan we vertellen, nu we het over de medicatie hebben gehad? Is er iets voorbij de woorden?”
De ander helpen, naar diegene opkijken, daar gaat het om. Niet onze eigen sterkte benadrukken in de hulp aan de ander, maar naast iemand gaan staan. „Ik denk dat we er allemaal nood aan hebben gekoesterd te worden. Voorbij de façade van het sociaal succesvolle zoeken we naar zingeving. En dan is er geen verschil tussen de succesvolle manager die zijn vrouw heeft verwaarloosd of de schizofrene patiënt die worstelt met de juiste dosis medicatie.”
De Wachter waarschuwt voor een overregelde zorg, waarin de medemenselijkheid ondersneeuwt. „Nederlanders zijn regelaars. Dat is goed, maar systemen kunnen ontmenselijken. Ik houd een pleidooi tegen te grote efficiëntie. Dan verliezen we uit het oog waar het echt om gaat. Als hulpverleners moeten we geduldig zijn, in stilte luisteren. Het belangrijkste in de geneeskunde is hoopvol, vertrouwvol wachten.”