Kloof eenverdiener blijft gelijk
Alleenverdieners betalen ook volgend jaar tot wel 6,3 keer meer belasting dan koppels die gezamenlijk voor hun gezin loon inbrengen.
Daarmee blijft het verschil in belastingafdracht ten opzichte van 2019 „ongeveer gelijk.” Dat stelt hoogleraar algemene staatsleer Jos Teunissen op basis van nieuwe berekeningen. Dinsdag en woensdag behandelt de Tweede Kamer het Belastingplan voor 2020.
Volgend jaar draagt een eenverdienersgezin (met minimaal één kind onder de twaalf jaar) en een jaarinkomen van 40.000 euro, aan de fiscus 9302 euro af, blijkt uit de analyse. Een gezin waarin beide partners gezamenlijk 40.000 euro loon ontvangen, betaalt echter slechts 1476 euro. Dat is een verschil van 7826 euro; het eenverdienersgezin draagt zo’n 6 keer zoveel geld af aan de schatkist.
Vergeleken met 2019 gaat een alleenverdienersgezin er zo’n 400 euro op vooruit. Het tweeverdienershuishouden betaalt nagenoeg evenveel als dit jaar. Dit gezin krijgt ruim 90 procent van de kosten voor opvang van kinderen vergoed via toeslag.
De conclusies van de hoogleraar zijn niet heel opmerkelijk; het kabinet heeft in het regeerakkoord afgesproken om de belastingkloof tussen eenverdieners en tweeverdieners niet verder te vergroten, maar ook niet te verkleinen.
Daarover zei staatssecretaris Menno Snel (Financiën) vorige week nog: „Als je niks doet, zul je zien dat die verder uit elkaar lopen. Dat heeft nu eenmaal te maken met ons progressief stelsel. Terecht zei een aantal mensen dat we moeten oppassen dat het verschil niet zo groot wordt –in Nederland is dat bijvoorbeeld al relatief hoog in vergelijking met andere landen– dat het moeilijk uitlegbaar wordt dat je gezinsinkomen zo afhankelijk wordt van de vraag of je een- of tweeverdiener bent.”
De afspraak in het regeerakkoord was een zwaarbevochten compromis tussen de coalitiepartijen CDA en CU aan de ene kant en D66 en VVD aan de andere kant.
Ondenkbaar
Nergens in Europa is het verschil groter dan in Nederland, stelt Teunissen. „Duitsland en Frankrijk kennen een splitsingsstelsel. In Duitsland worden de belastbare inkomens in een huishouden bij elkaar opgeteld, waarna het totale gezinsinkomen fiscaal worden gesplitst in twee gelijke delen. De onderlinge inkomensinbreng is dus niet relevant. Bovendien wordt op beide inkomensdelen een basisaftrek toegepast. Afschaffing van de overdraagbare heffingskorting, zoals in Nederland het geval is, zou daar ondenkbaar zijn omdat ze dit strijdig vinden met de Grondwet.”
Eind september kwamen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Financiën met een onderzoeksrapport, naar aanleiding van een motie van Tweede Kamerlid Chris Stoffer (SGP). In het onderzoek zijn een aantal mogelijkheden geschetst die de kloof tussen één- en tweeverdieners kunnen verkleinen. Zo zou gesleuteld kunnen worden aan de inkomensgrens waarbij iemand recht heeft op zorg- of huurtoeslag.
Echter, niet alle beschikbare opties worden in het rapport genoemd. Zo blijft de overdraagbaarheid van kortingen tussen partners buiten beschouwing. Ook worden de verhogingen van de arbeidskorting van de afgelopen jaren als voldongen feit beschouwd.
Het grote verschil in marginale druk ontstaat vooral door een verhoging van de arbeidskorting en de gefaseerde afschaffing van de algemene heffingskorting voor een niet-verdienende partner.
>>rd.nl/eenverdiener