Politiek

De feiten, maar dan door mijn bril gezien; over framen in de politiek

We waren altijd een gematigd landje. Links stond tegenover rechts, conservatief tegenover progressief dus bij het zoeken naar compromissen kwamen we veelal in het redelijke midden uit. Wat blijft daar nog van over als steeds meer politici aan framing gaan doen en een extreem vooringenomen bril opzetten?

Jakko Gunst en Addy de Jong
21 October 2019 08:40Gewijzigd op 17 November 2020 06:44
beeld ANP
beeld ANP

PvdA-politica Mei Li Vos, Tweede Kamerlid van 2007 tot 2010 en van 2012 tot 2017, herinnert het zich nog goed. Op 10 september 2008 debatteerde ze met haar Tweede Kamercollega’s over marktwerking in de gezondheidszorg. Behoedzaam zette ze het PvdA-standpunt uiteen: Nee, tenzij. Oftewel, geen extra stappen meer richting nog meer concurrentie tussen zorgaanbieders, tenzij daar gegronde redenen voor zijn.

Op diezelfde dag voerde Vos’ collega-zorgwoordvoerder Eelke van der Veen van de PvdA ook een debat over de zorg, om precies te zijn over ziekenhuizen. Daarin kwam het kabinetsvoorstel aan de orde om de standaardtarieven in de ziekenhuiszorg verder los te laten en een nog ruimere prijsconcurrentie tussen deze instellingen toe te staan. Meer tariefdifferentiatie, meer marktwerking dus. De PvdA’er stelde de minister een lange lijst met kritische vragen. Pas nadat die tot tevredenheid waren beantwoord stemde hij toe.

Onheil

Dat paste goed bij Vos’ ”nee, tenzij-benadering”, maar fractievoorzitter Agnes Kant van de SP had daar een ander beeld bij. Ze somde op hoeveel onheil het in 2006 van kracht geworden zorgstelsel al had aangericht. Ook riep ze in herinnering dat de PvdA tijdens de verkiezingscampagne van 2006 had beloofd de marktwerking in de zorg te willen tegengaan.

Daarna vatte Kant Vos’ betoog samen in één zin: „De PvdA draait. Woordvoerder nummer 1 van de partij zegt tegen marktwerking te zijn. Nummer 2 zit een zaal verder en is voor.”

Wat de SP-fractievoorzitter deed, staat bekend als framing. Oftewel, een beleidsvraagstuk, zoals de gezondheidszorg, consequent vanuit één perspectief bezien om vervolgens de belangrijkste feiten zoveel mogelijk daarbinnen te duiden. Bijvoorbeeld: de regering is voorstander van een stelsel waarin zorgaanbieders met elkaar mogen concurreren (marktwerking) en alle zorgproblemen zijn op die keuze terugvoeren. Daarna presenteer je de meest doeltreffende oplossing: de marktwerking in de zorg afschaffen.

Zwart-wit

Het onder de knie krijgen van die kunst is veel gemakkelijker dan je denkt, is de opvatting van debatexperts, zoals hoogleraar bestuurskunde Hans de Bruijn. Wat je moet doen als een opponent probeert jou in zijn frame te trekken? Heel eenvoudig, gewoon terugslaan met een vergelijkbaar zwart-witverhaal dat net iets ingenieuzer is. Noemt een D66’er een CDA’er een betuttelaar omdat hij pleit voor een verbod op lachgas? Dan pareert de CDA’er dat hij schrikt van zoveel onverschilligheid. En hij vraagt: Mevrouw, meneer, hoeveel doden moeten er volgens D66 nog vallen? Als het door ons gewenste verbod er al was geweest, hadden de slachtoffers wellicht nog geleefd!

In het algemeen is de les: kies voor een frame dat aansluit bij je eigen kernwaarden, aldus De Bruijn.

Gewoon terugslaan? „Ja, zo staat het tegenwoordig in de handboekjes, hè”, lacht Vos; inmiddels voorzitter van de PvdA-Eerste Kamerfractie. „Maar die waren er in mijn tijd nog niet.”

Los daarvan zat ze destijds in een lastig parket, blikt de politica terug. „Tijdens de formatie van Balkenende IV konden we natuurlijk niet eisen dat het nieuwe kabinet het nieuwe zorgstelsel direct zou terugdraaien. Dat zou tot een enorme chaos hebben geleid. Dat wilden we niet. Onze insteek was dus meer: alert zijn, het nieuwe systeem een kans geven en goed de vinger aan de pols houden. Rustig aan, dan breekt het lijntje niet; dat was eigenlijk mijn frame.”

Saldo

Had de PvdA moeten zorgen voor een krachtiger tegenframe en het debat over het zorgstelsel op de spits moeten drijven? „Nee”, zegt Vos na enig nadenken. „Ik denk zeker dat onze gematigde lijn om de werking van het stelsel zorgvuldig te bewaken en indien nodig bij te sturen per saldo meer steun van kiezers heeft. De SP is al die jaren blijven roepen ”Schaf dit stelsel af”, maar heeft voor haar alternatieven nooit meerderheden gevonden. Je kunt dus stellen dat de PvdA uiteindelijk gelijk kreeg, ondanks dat Kants frame op dat moment veel beter was dan dat van mij.”

Onderbuik

Wat waardeert de kiezer zo’n tien jaar later inmiddels meer? Politici die oog houden voor de lange termijn? Of volksvertegenwoordigers die zich opwerpen als de stem van het volk?

Feit is dat veel Kamerleden zich tegenwoordig laten bijscholen in een poging het framen onder de knie te krijgen. Logisch en niet meer dan normaal, vindt Vos. „In je contacten met de media –en zeker in campagnetijd– moet je het aandurven om de complexe werkelijkheid op een intelligente manier te reduceren tot één woord of zin. Je moet kunnen aanvoelen wat het onderbuikgevoelen onder je kiezers is.”

Debatten zo kapot framen dat partijen het amper nog aandurven een verstandige middenkoers te bepleiten, gebeurt in Nederland niet al te veel, analyseert Vos. „Het boerkaverbod is zo’n uitzonderlijk voorbeeld, denkt de politica. „Dat is wel erg verworden tot een debat tussen islambashers en vermeende cultuurrelativisten. Alsof je niet eens wat gezond-kritische kanttekeningen zou kunnen plaatsen bij die maatregel. Maar goed, het frame is nu eenmaal ontstaan. Als je ook maar oppert dat zo’n wet wel een heel hoog symbolisch gehalte heeft, of dat deze misschien wat disproportioneel is, je gelijk wordt gezien als een voorstander van de boerka. Dat heeft Wilders knap gedaan.”

De meningen lopen uiteen of het boerkadebat te sterk door negatieve framing is gestuurd. Ogenschijnlijk wel; in gevoelige debatten over bijvoorbeeld drugscriminaliteit of het berechten van Nederlandse IS-strijders in Syrië, die ook stevig worden geframed, houden partijen elkaar vooralsnog redelijk in evenwicht.

Narcotica

Valt de drugscriminaliteit de kop in te drukken door het optuigen van een nieuwe narcoticabrigade? „Jazeker”, spinnen de voorlichters van justitieminister Grapperhaus (CDA). „Onhaalbaar”, repliceren ze bij D66. „Sta de consumptie van drugs onder voorwaarden toe.” Woordvoerders van beide partijen roepen graag in herinnering dat de VVD de bezuinigingen bij politie en OM onder Rutte I en Rutte II steeds volop heeft gesteund.

Scheidslijnen worden ook zichtbaar in het debat over het berechten van de Nederlandse IS-strijders in Syrië. Volgens VVD en CDA moet het kabinet zich sterk blijven maken voor de komst van tribunalen, waarmee afdoening in de regio mogelijk wordt. Detail: in 2015 antwoordde premier Mark Rutte als enige lijsttrekker bevestigend op de stelling dat landgenoten die als jihadisten naar Syrië waren gereisd, beter ter plekke konden sneuvelen dan naar Nederland terug te keren. Als het vasthouden van de VVD aan ”geen terugkeer” daarmee samenhangt, zou dat zeker een voorbeeld zijn van een beleidskeuze die wel heel sterk door een te onbesuisd gekozen frame wordt gedicteerd.

Filosoof en socioloog Bas van Stokkom is bang dat het nog erger is. Hij is ervan overtuigd dat framing in de Haagse politiek ronduit riskant is en gemakkelijk leidt tot wetgeving van twijfelachtige kwaliteit.

De docent-onderzoeker, verbonden aan de vaksectie strafrecht en criminologie van de Radboud Universiteit, zag dit de laatste jaren gebeuren in het veiligheids- en strafrechtdebat. „Aanjager hiervan zijn in mijn ogen de massamedia. Een frame dat in die media, met name in tabloids en op sociale media, maar ook wel in zogeheten kwaliteitskranten, vaak wordt gehanteerd, is dat van het beklagenswaardige slachtoffer. Het idee dat een moordenaar levenslange gevangenisstraf moet krijgen –in de VS misschien wel de doodstraf– berust vaak op de emotionele uitroep dat nabestaanden immers „óók levenslang” hebben.

Digitale media léven van dit soort emotienieuws, stelt Van Stokkom. „Ze hebben die heel persoonlijke invalshoek (het belichten van incidenten door de ogen van slachtoffers en andere mensen die geschokt zijn) nodig om voldoende clicks te genereren. Van Engelse tabloids krijgen kennissen of buren van slachtoffers zelfs dik betaald als ze allerlei intieme details over het slachtoffer of de vermeende dader in het openbaar willen prijsgeven.”

De verontwaardiging die deze „woede-industrie” losmaakt, leidt tot een maatschappelijk klimaat waarin een steeds sterkere roep om harde straffen doorklinkt. Met als uiteindelijk gevolg dat in de Tweede Kamer vaak een soort van strafwedloop ontstaat tussen politieke partijen, „die elkaar overbieden met wetsvoorstellen en maatregelen voor steviger sancties, om maar daadkrachtig genoeg over te komen.”

Dat komt een evenwichtige wetgeving en een verantwoord strafrecht niet ten goede, vindt Van Stokkom. „Zo staat er inmiddels een driedubbele straf op het gebruik van agressieve taal tegen een ambtenaar in functie. Je merkt dat officieren van justitie daar moeilijk mee overweg kunnen. Dit roept namelijk de vraag op hoe zo’n straf zich verhoudt tot de straf voor relatief zwaardere zaken; zaken die met geweld gepaard gingen.”

Behalve het gevaar dat wetgeving onuitvoerbaar wordt, bestaat het risico dat het humane straffen, dat in onze door het christendom gestempelde westerse samenleving lang gangbaar is geweest, onder druk komt te staan. „Als er alleen maar begrip bestaat voor het slachtoffer en in het geheel niet voor de omstandigheden van de dader, en als vergelding alle accent krijgt boven het tot stand brengen van gedragsverandering bij de dader, raakt het strafrecht uit balans. Bij te zware straffen voelt de dader zich vaak zelf het slachtoffer en wordt hij weerspannig. Resocialisering maakt dan minder kans.”

Partijkartel

Waar framing in het veiligheids- en strafrechtdebat tot onevenwichtigheid in wetgeving heeft geleid, bestaat datzelfde gevaar op het terrein van asiel en migratie en op het gebied van milieu en klimaat, denkt Van Stokkom. „Een ander riskant frame is dat van het partijkartel en de linkse intellectuele elite die elkaar baantjes toespelen en bewust de gewone man te grazen nemen. Op die manier komen uiteindelijk belangrijke hoeders van de waarheid, zoals rechters en wetenschappers, in het verdachtenbankje te zitten, en raken democratische waarden, waaronder de bereidheid compromissen te sluiten, ondergraven.”

Een uitweg uit deze ontwikkeling ziet de wetenschapper niet één-twee-drie. „Politieke partijen zouden het lef moeten hebben nuchter te blijven en ondanks alle woede en verontwaardiging in de samenleving, op evenwichtige wijze het algemeen belang te blijven zoeken. Ja, hier en daar zie je wel politici die dit kunnen. Bij de ChristenUnie bijvoorbeeld, waar men wat afstand houdt tot de waan van de dag. Soms ook bij de SP. Maar in het algemeen gesproken zijn dit soort politici, helaas, dun gezaaid.”

Niet te extreem

Hoe ruiger, hoe beter? Voor politici die met krachtige metaforen beladen debatten willen framen, is dat geen wijs uitgangspunt, zo volgt uit een onderzoek waar communicatiewetenschapper Amber Boeynaems in april aan de VU in Amsterdam op promoveerde.

Boeynaems legde proefpersonen met diverse politieke overtuigingen enkele denkbeeldige rechts-populistische kritische uitspraken over immigratie voor. Ze doorkruidde die met pittige termen: luilekkerland, gelukszoekers en pot goud. De uitkomst was opvallend: de waardering van kiezers die aangaven een rechts-populistische partij te steunen voor de politicus die de krachttaal bezigde én voor diens boodschap, werd er niet positiever door.

Toen Boeynaems haar experiment herhaalde onder uitsluitend rechts-populistische kiezers, deed ze nog een vondst. Bij een deel van hen, namelijk degenen die zich maar licht tot matig verwant voelden met de beweging, daalde de support voor de politicus en diens boodschap, naarmate diens frames hen te extreem werden.

Kortom, wie al framend te veel krachttaal bezigt, preekt vooral voor eigen parochie en loopt daarbij het risico de gunst van de zwevende kiezer te verspelen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer