Waarom ‘gele hesjes’ nog altijd handen op elkaar krijgen
De beweging van de ‘gele hesjes’ is diep in de Franse samenleving geworteld, zegt de Parijse onderzoeker Thomas Viteillo.
De ‘gele hesjes’ demonstreren zaterdag voor het 49e weekend op rij in verschillende Franse steden. Heel groot zijn de betogingen niet meer. Zelfs toen de beweging onlangs ter gelegenheid van de 45e week van verzet een terugkeer op volle sterkte beloofde, kon het aantal betogers niet werkelijk imponeren. Naar schatting togen er zo’n 10.000 man naar het centrum van Parijs. De politie wist hen bovendien kort te houden en de gedroomde toegang tot de Champs Elysées effectief te blokkeren.
De mobilisatiekracht van de beweging lijkt dus geslonken, maar de steun onder de Franse bevolking is nog altijd groot. Die is niet meer zo massaal als in november, toen driekwart van de Fransen sympathie voor de ‘gele hesjes’ zei te hebben. Inmiddels zegt nog 40 tot 50 procent de beweging in meer of mindere mate te steunen. „Het laat hoe dan ook zien dat de beweging diep in de samenleving is geworteld”, stelt politicoloog Thomas Viteillo van de Parijse onderzoeksinstelling Cevipof.
Lange adem
Daarbij komt dat de verzetsbeweging een lange adem blijkt te hebben. „Er is sinds het begin van de Vijfde Republiek in 1958 geen beweging geweest die mensen zo langdurig wist te mobiliseren”, zegt Viteillo op een Parijs’ terras.
De ‘gele hesjes’ vertolken een diepliggend sentiment onder de bevolking. Uit onderzoeken blijkt dat zo’n driekwart van de Franse bevolking van mening is dat de samenleving onrechtvaardig in elkaar steekt. Viteillo: „Het idee leeft sterk dat je bestemming al met je geboorte vastligt.”
De politicoloog deed begin dit jaar onder ruim 10.000 Fransen onderzoek naar hun welbevinden. Daarin kwam het beeld van sociale onrechtvaardigheid sterk naar boven. „Met name op het platteland en in de kleine steden leeft onder bewoners het gevoel dat ze er een beetje bijhangen. De opstanden van de ‘gele hesjes’ is voor hen een strijd van levensbelang.”
De nationale debatten die president Emmanuel Macron organiseerde in een poging de geest weer in de fles te krijgen, hebben volgens Viteillo nauwelijks effect gehad. „Het was voor hem een manier om tijd te winnen”, stelt hij. „Er kwam weinig concreets uit. Ik zou niet eens meer kunnen zeggen wat de uitkomst was.”
Onderzoek van Cevipof voor de Franse krant Libération wees uit dat de deelnemers aan de nationale debatten geen afspiegeling van de Franse samenleving vormden. De meeste participanten waren ouder dan 50 jaar, hoog opgeleid en man. „Macron wilde het initiatief weer terugpakken. Maar het algehele sentiment is niet wezenlijk veranderd.”
Referenda
Of er een manier is de crisis op te lossen? Viteillo denkt aan een paar dingen. „Er is een sterke roep om meer burgerparticipatie in de besluitvorming, zoals door referenda. Daar zou de regering aan tegemoet kunnen komen.”
Daarnaast zou de president moeten laten merken dat de sociale ongelijkheid hem ter harte gaat. Recente maatregelen van Macron wekten die indruk niet. Zo schafte hij de welvaartsbelasting voor superhoge inkomens af en verlaagde de belastingen voor ondernemingen. „Het doel ervan was om de economie aan te jagen, maar leg dat eens uit aan mensen met minimuminkomens. Let wel: 70 procent van de Fransen denkt dat ze meer belasting betalen dan ze ervoor terugkrijgen.”
Hoe het verder zal gaan met de ‘gele hesjes’? Dat blijft koffiedik kijken, denkt Vitello. „Ze zijn niet zomaar verdwenen.” Het over laten waaien is wat hem betreft geen optie. „Dan komen de ressentimenten gegarandeerd een keer terug.”