Gedenkteken in Neder-Betuwe voor neergestorte vliegtuigen
In Opheusden wordt vrijdag een gedenkteken onthuld voor de zestien geallieerde vliegtuigen die in de Tweede Wereldoorlog op grondgebied van Neder-Betuwe neerstortten. Van de 132 bemanningsleden kwam daarbij meer dan de helft om.
Zestien zuilen staan er tussen drie beukenhagen. Voor elk gecrasht vliegtuig één, met daarop een silhouet van het toestel, het type, datum en plaats van de crash en de naam van de piloot. Op een 8 meter hoge zuil ernaast is eveneens een silhouet bevestigd, van een vliegtuig met de neus naar beneden.
Wat er met de zestien toestellen is gebeurd, mag nooit worden vergeten, menen de gezamenlijke 4/5 mei-comités in de gemeente Neder-Betuwe. Zij namen het initiatief voor het gedenkteken ”Vliegers in het vuur”. „Het moet vooral de jeugd en huidige en toekomstige inwoners herinneren aan de offers die de bemanningen van de vliegtuigen hebben gebracht”, verwoorden Gerard Nieuwenhuis uit Kesteren en Cees van Meer uit Dodewaard. „Offers voor ons. Zodat wij in een vredige Betuwe al bijna 75 jaar in vrijheid kunnen leven.”
Acht toestellen stortten neer op 18 september 1944 tijdens de geallieerde operatie Market Garden, nadat ze door luchtafweergeschut of jagers van de Duitsers waren geraakt. Ze vervoerden merendeels parachutisten die zouden worden gedropt op de Ginkelse Heide bij Ede. Neder-Betuwe lag onder de aanvliegroute. Ook haalden de Duitsers in de oorlogsjaren bommenwerpers neer die doelen in Duitsland moesten bestoken.
De bemanningsleden van de zestien vliegtuigen kwamen uit Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Canada, de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland. Wie bij een crash in leven bleef, was soms zwaargewond. Sommige geallieerden werden krijgsgevangen gemaakt, anderen konden ontsnappen.
Het idee voor het gedenkteken ontstond ruim twee jaar geleden toen bij Opheusden het neerstorten van een geallieerde Dakota werd herdacht in het bijzijn van de weduwe van een parachutist die aan boord was geweest. Bij die crash vonden een Britse para en de twee Amerikaanse bemanningsleden de dood. Dankzij moedig optreden van de copiloot, die het brandende vliegtuig geruime tijd in de lucht hield, konden de meeste inzittenden het toestel tijdig verlaten.
Na die plechtigheid werd voorgesteld om op de plek van de crash een gedenkteken te plaatsen, vertellen Nieuwenhuis en Van Meer. „Het leek ons echter te veel van het goede om dan uiteindelijk op zestien plaatsen zo’n monument op te richten. Eén gedenkteken voor alle gecrashte vliegtuigen is in onze ogen beter.” Op een informatiebord bij het monument worden de namen van alle bemanningsleden genoemd.
Uitvoerig hebben de comités overlegd of het gedenkteken ook zou verwijzen naar de vijf Duitse vliegtuigen die in de oorlogsperiode in Neder-Betuwe neerstortten. Van Meer: „Onze gezamenlijke conclusie was dat het monument aandacht wil geven aan onze bevrijders. Dan zou het misstaan om de Duitse toestellen te vermelden. Op onze internetsite met uitgebreide verhalen over de zestien vliegtuigen, die we vrijdag lanceren, informeren we wel over de Duitse toestellen.”
Bij de onthulling zijn ook nabestaanden van geallieerden aanwezig: één familie van een verongelukt bemanningslid uit Australië en vier families van mannen die de oorlog overleefden. Verder worden leerlingen van basisscholen bij de plechtigheid betrokken. Zij hijsen de vlaggen van de geallieerde landen en leggen bloemen. Enkele schoolkinderen dragen een gedicht voor. Alle leerlingen van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs in Neder-Betuwe ontvangen van de comités een sleutelhanger met vliegtuigsilhouet en een verwijzing naar de internetsite.