Politiek debat loopt weer zoals Rutte hoopt
Voor de negende keer gaat minister-president Mark Rutte op voor het hoogtepunt van het parlementaire jaar: de Algemene Politieke Beschouwingen (APB). Zijn positie oogt steviger dan ooit.
Wie gaat de premier woensdag het vuur na aan de schenen leggen? Wie krijgt hem op de kast? Als er al namen van uitdagers rouleren, dan niet die van CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma. Hij trekt weliswaar de kar bij het CDA, maar iedereen weet: hij is een tussenpaus en spreekt niet met het gezag van ”misschien wel de nieuwe leider van het CDA”.
Dat het CDA zwaar in deze coalitie heeft geïnvesteerd is een andere complicatie waarmee Heerma tobt. Het leeuwendeel van de zetels die de laatste jaren verloren gingen, moet worden terugveroverd op de VVD. Maar voor het zoeken van de confrontatie met die partij is het nog te vroeg. Gevolg is dat het verhaal waarmee Heerma woensdag de boer op gaat waarschijnlijk als twee druppels water zal lijken op dat van VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff: Denk om de middenklasse van het land.
Toegegeven, bij het willen investeren in die groep heeft het CDA een ander ideologisch verhaal te vertellen dan de VVD. Bij het CDA gaat het om het nemen van verantwoordelijkheid „voor een land dat we willen doorgeven.” Het perspectief dat een volgende generatie het weer net wat beter kan krijgen dan de huidige, zet mensen aan tot arbeid, vlijt en ondernemerschap, en dat is goed voor het land.
De VVD zit er strategischer in. Ook binnen die partij wordt gemord dat het bedrijfsleven nu wel voldoende is ontzien. Dijkhoff zal dat moeten sussen. Dit kabinet trekt maar liefst 3 miljard euro uit voor extra lastenverlichting, zullen hij en Heerma constateren. Huishoudens gaan er ruim 2 procent op vooruit.
De linkse oppositiepartijen SP, GroenLinks en PvdA heeft Rutte al veel wind uit de zeilen genomen door vorige week, nog voor de toegezegde lastenverlagingen, aan te kondigen dat de riante fiscale aftrekmogelijkheden voor multinationals flink worden ingeperkt. Het risico dat zij in de Eerste Kamer, waar de coalitie geen meerderheid meer heeft, weigeren de departementsbegrotingen en het belastingplan te steunen, is daarmee geminimaliseerd. Aan de vooravond van de beschouwingen ligt het politieke slagveld er kortom bij zoals de premier dat het liefste ziet: overzichtelijk.
Een door een breed front aan partijen gedragen frame („het kabinet holt de publieke sector uit”, „het is betuttelend”, „het is uitgeregeerd”) waar Rutte zich tegen teweer moet stellen, is er niet. Wat resteert, zijn Algemene Politieke Beschouwingen waarin partijen vooral de actuele hoofdpijndossiers weer zullen aankaarten, zoals de bouwstop als gevolg van het stikstofbeleid, het personeelstekort in de zorg en de krapte op de huizenmarkt. Of waarin ze, zoals PvdA en ChristenUnie, nog wat extra wensen op tafel leggen. Zoals extra geld voor de strijd tegen mensenhandel.
Het verhaal van PVV-leider Wilders wordt sleets. Hij probeert al weken verontwaardiging uit te lokken omdat het ministerie van Justitie zich op ongeoorloofde wijze in de strafzaak tegen hem zou hebben gemengd. Een stuntje hangt in de lucht: met de hele fractie weglopen, of aangifte doen tegen minister Grapperhaus. Maar dat is toch vooral meer van hetzelfde. Thierry Baudet leek zich na de Statenverkiezingen van afgelopen maart moeiteloos te kunnen positioneren als een van Ruttes grootste uitdagers, maar door het gerommel binnen Forum voor Democratie is hij die status voorlopig kwijt.
Zo resteert een debat waarin veel partijen veel feitelijke vragen over de premier zullen uitstorten, die hij dankzij zijn enorme dossierkennis ongetwijfeld weet te pareren. Daarna kan de conclusie luiden dat er zeker partijen zijn die de onderwijsvrijheid willen inperken of het medisch-ethisch beleid verder willen liberaliseren, maar dat vooralsnog niemand een alternatief heeft voor het liberaal-confessionele Rutte III.
Nederland lijkt premier nog lang niet moe
Na Rutte III nog een kabinet-Rutte IV? Veel Nederlanders zien dat zitten, blijkt uit onderzoek van I&O Research. Bijna 20 procent ziet in hem de ideale premier na de volgende verkiezingen; nog eens 6 procent noemt hem als tweede keus. Een hoge score, zeggen de onderzoekers, omdat ‘maar’ 16 procent van de kiezers zegt VVD te willen stemmen als er op dit moment Tweede Kamerverkiezingen zouden zijn.
Zeker in zijn eigen VVD is Rutte populair: zes op de tien stemmers van die partij wijzen hem aan als ideale kandidaat. Maar let wel, Rutte is ook de favoriete premier van een groot deel van de kiezers van D66 (26 procent), ChristenUnie (25 procent) en SGP (29 procent). Van de CDA-kiezers noemt 22 procent hem het meest en nog eens 11 procent in tweede instantie. Pas daarna volgen de CDA-ministers Hoekstra (17 en 12 procent) en De Jonge (8 en 14 procent).