Binnenland

Tekort kraamverzorgers baart beroepsgroep zorgen

Het tekort aan kraamverzorgers wordt zo nijpend dat jonge moeders het met minder uren hulp moeten stellen. Werkdruk jaagt personeel weg uit de kraamzorg, stelt beroepsvereniging NBvK.

Anne Vader
3 August 2019 08:11Gewijzigd op 17 November 2020 06:24
beeld ANP, Koen Suyk
beeld ANP, Koen Suyk

Van de 12.000 kraamverzorgers verdwenen er in drie jaar tijd maar liefst 3000. „De grootste uitstroom zit bij de instroom: jonge meiden houden het snel voor gezien”, vertelt Siska de Rijke van de Nederlandse Beroepsvereniging voor Kraamverzorgenden. „Dat komt door hoge werkdruk, slechte werkomstandigheden en een mager salaris.” Grote organisaties verwachten dat het personeel beschikbaar is, zonder dat het betaald krijgt.

Het gebrek aan arbeidskrachten speelt vooral in de zomertijd – een periode waarin veel baby’s ter wereld komen en veel kraamverzorgers juist vakantie hebben. Aanvankelijk kampte vooral de Randstad met een personeelsprobleem, maar dat is intussen uitgebreid naar de rest van Nederland. Sommige vaste krachten kiezen voor een zzp-bestaan, zodat zij hun werk zelf kunnen organiseren.

Als er nog een paar uurtjes kraamzorg per dag overblijven, liggen gezondheidsrisico’s voor de baby op de loer, waarschuwt de beroepsvereniging. „De kraamverzorger moet bijvoorbeeld het assisteren van de tweede of derde voeding laten schieten. En als de voeding niet goed loopt, remt dat de groei van de baby.”

Om het tekort op te vangen zetten organisaties hun mensen soms in bij twee of zelfs drie gezinnen op één dag. „Juist dat maakt de werkdruk ondraaglijk. Want een kraamverzorgster kan al die gezinnen niet de zorg geven die ze wil.” Bij grote bureaus is deze praktijk volgens De Rijke intussen „normaal beleid.”

Ze schat in dat organisaties voor christelijke kraamzorg het makkelijker hebben, omdat die minder last hebben van concurrentie. RST-bestuurder Peter Boudewijn bevestigt dat. In de zomerpiek kan ook RST niet altijd de volledige kraamuren aanbieden. „Gelukkig zijn dat nog uitzonderingen. Bij andere organisaties, zeker in grote steden, is dat eerder regel.”

In de regio’s Rotterdam en Dordrecht kampt de organisatie met de grootste tekorten. Dit jaar zal het gemiddelde aantal kraamuren bij RST iets lager uitkomen dan de standaard indicatie van 49 uur. „Ik weet van andere organisaties dat het in veel grote steden al richting de 20 uur gaat.”

Een reden voor het krappe personeelsbestand is dat de dames uit de kraamzorg zelf kinderen krijgen. Door het onvoorspelbare karakter kunnen ze daarnaast vaak moeilijk blijven werken. Volgens Boudewijn „een goede reden.” Natuurlijk, het werk van een kraamverzorger was altijd al lastig te combineren met de zorg voor een eigen gezin. „Mensen nemen ook ontslag vanwege de werkdruk of wachtdiensten.”

Fatsoenlijk loon

Liefst heeft Boudewijn zo’n 10 procent meer kraamverzorgers in dienst. „Dan kun je de groei opvangen en de werkdruk verlagen.” Maar ook bij RST kost nieuwe mensen werven „best wat energie.” „Jonge meiden die heel beschermd zijn opgegroeid, komen bij dit werk ook in aanraking met gezinnen waarin het niet allemaal koek en ei is. Die gebrokenheid gaat onze gezindte helaas niet voorbij. Wij zien sommigen dan afhaken. Goede begeleiding is belangrijk.”

Wat er moet gebeuren om meer kraamverzorgers binnen te halen én te houden? De Rijke: „Zorg dat die dames een fatsoenlijk loon krijgen. En dat ze betaald worden als ze werken.”

Het salaris speelt mee, maar „voor het geld gaan mensen de zorg niet in”, stelt Boudewijn. Hij vindt de beroepsvereniging weleens te negatief over de werkomstandigheden van kraamverzorgers. „Dat trekt niet aan. Het vak moet beter gepromoot worden.” Hij pleit ervoor de werkdruk zo veel mogelijk behapbaar maken. „Daarvoor zijn meer mensen nodig.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer