Waarom kraamverzorgster kiest voor zzp-bestaan
Is ze net thuis na een hele dag werken in een gezin met een pasgeboren baby, belt het kraamzorgbureau. Of ze ook nog langs kan gaan bij die ouders die over een uur thuiskomen met hun kersverse spruit. „Heel pittig”, vond Ramona van Diermen (42) het werk in loondienst. Dus hakte ze de knoop door: ik begin voor mezelf.
Op momenten dat ze niet aan het werk was, kon ze eigenlijk altijd worden gebeld. De keuze om nee te zeggen was er wel, maar eigenlijk ook niet, is de ervaring van de Barneveldse kraamverzorgster. „Ik weet dat ze al veel collega’s hebben gevraagd. Of ik kreeg te horen: We hebben niemand anders. Dus dan zeg je toch ja. Je voelt je verantwoordelijk voor de gezinnen.” Dat is het gevaar: „Mensen in de zorg denken te weinig aan zichzelf en te veel aan de ander. Een valkuil, als ik voor mezelf spreek.”
De werkdruk is een van de redenen dat veel kraamverzorgers afhaken. Een deel switcht van loondienst naar een zelfstandig bestaan. Zoals Van Diermen.
Als het rustiger is, kun je overuren opnemen, zei haar werkgever altijd. Maar dat gebeurde nooit. „Uiteindelijk liet ik ze maar uitbetalen.” Ooit was ze zelf de derde kraamhulp binnen 24 uur in één gezin. „Dat schept onrust.” En dat was dan nog bij een klein kraamzorgbureau.
Grote organisaties kunnen vaker alleen het wettelijk minimum van 24 uur kraamzorg garanderen, weet ze. „Collega’s daar werken soms ’s morgens in het ene gezin en gaan ’s middags naar het volgende. Stel dat je een labiele kraamvrouw hebt en je kunt maar 24 uur hulp geven. Dan mag je hopen dat er familie in de buurt woont die kan ondersteunen.”
Even niks
Na anderhalf jaar in dienst koos ze voor vrijheid. „Als zelfstandige heb ik meer controle dan in dienst van een bureau. Je kunt beter bepalen wanneer je werkt. Heb ik twee gezinnen achter elkaar gedaan, dan doe ik even twee weken niks.”
Of ze nog last van werkdruk heeft? „De enige druk die ik heb is dat de kraamzorg voor twee cliënten kan samenvallen.” In haar agenda staat nu bijvoorbeeld een vrouw die op 19 augustus is uitgerekend en een vrouw die 28 augustus haar kind verwacht. „Als de een wat eerder bevalt en de ander wat later, gaat het niet lukken. Gelukkig kan ik dan op andere zzp’ers terugvallen. Die ene cliënt belde pas laat. Omdat het bureau waar ze stond ingeschreven haar niet de volledige zorg kon bieden. Zo’n boodschap zorgt voor veel stress bij zwangere vrouwen.”
Van Diermen wilde al jong kraamverzorgster worden, maar koos voor een opleiding in mode en kleding. „Ik vond bloed heel eng.” Toen ze eenmaal een gezin kreeg, was een baan als kraamhulp geen optie meer. „Je wordt te pas en te onpas opgeroepen.”
Ze greep haar kans met een leer-werktraject toen haar kinderen naar de middelbare school gingen. „Zo mooi: je werkt met ouders en kindjes. Jouw begeleiding en advies kunnen het verschil maken en jonge ouders rust in de kraamweek geven. Ik houd ervan mensen te helpen en hun dingen te leren. Daar word ik blij van en ook kersverse ouders zijn blij dat ik er ben.”
Rijbewijs betalen
Een idee om meer kraamverzorgers binnen te halen, heeft ze wel. „De lonen omhoog. En wachtdiensten weer vergoeden, net als vroeger. Om jonge meiden te trekken, kunnen werkgevers aanbieden hun rijbewijs te betalen. Voor dit werk heb je nu eenmaal een eigen auto nodig.”