Bezit en gebruik Bijbel nemen sterk af
Het bezit en het gebruik van de Bijbel in Nederland nemen sterk af. Slechts 54 procent van alle Nederlanders heeft op dit moment een Bijbel in de boekenkast staan. Ook de ontkerstening in Nederland neemt in snel tempo toe. Acht jaar geleden rekende de helft van de Nederlanders zich nog tot een kerkgenootschap. Nu geldt dat nog maar voor 33 procent van de Nederlandse bevolking.
Dat blijkt uit een onderzoek van prof. dr. H. Stoffels. De godsdienstsocioloog aan de Vrije Universiteit Amsterdam deed in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap, de NCRV en dagblad Trouw onderzoek naar bijbelconsumptie en godsdienstige opvattingen onder ruim 1000 Nederlanders. Trouw heeft donderdag de uitkomsten van het onderzoek gepubliceerd.
De godsdienstige opvattingen van de Nederlanders zijn de afgelopen dertig jaar radicaal verschoven, zo blijkt. Nog maar een op de vijf Nederlanders gelooft in een persoonlijke God. Volgens prof. Stoffels blijkt uit zijn onderzoek dat tweederde van de Nederlanders zich bevindt op de „vrijzwevende markt.” De onderzoeker gebruikt hiervoor de term ”stand-bygeloof”. „Het is niet steeds actief, maar als je het nodig hebt, floept het aan.” Deze mensen zijn niet areligieus maar onderhouden hun eigen godsbeelden. „Er is misschien wel een hernieuwde religieuze belangstelling, maar mensen nemen toevlucht tot een zelfgemaakt Hierbuiten of Hierboven”, aldus de hoogleraar in Trouw.
Uit het onderzoek, dat gehouden werd ter gelegenheid van de verschijning van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), blijkt dat bijbelgebruik en -bezit afnemen. Acht jaar geleden bezat tweederde van alle huishoudens in Nederland een Bijbel. Nu geldt dat voor iets meer dan de helft van de huishoudens.
Het bijbelbezit onder protestanten is nog steeds onveranderd hoog. Maar liefst 97 procent van deze groep bezit een Bijbel. Rooms-katholieken scoren op dit punt opmerkelijk slecht. Zij moeten het zelfs afleggen tegen hindoes, boeddhisten, New-Age-aanhangers en niet-kerkelijke christenen.
Het bezitten van een Bijbel betekent nog niet dat er ook in gelezen wordt. Uit het onderzoek blijkt dat de categorie mensen die hooguit één keer per maand de Bijbel lezen, sterk is gestegen (25 procent in 1996 naar 47 procent nu). De motieven om de Bijbel te lezen zijn flink verschoven. Motieven als „culturele belangstelling” en „naslagwerk” scoren opmerkelijk hoog in vergelijking met eerder onderzoek, terwijl een overweging als „versterking van je geloof” procentueel sterk aan belang inboet. Onderzoeker prof. Stoffels vertelt dat hieruit blijkt dat de waarde die de mensen aan de Schrift toekennen „verzwakt en vervaagt. Er is sprake van een soort bijbelmoeheid. De Bijbel is voor steeds minder mensen een persoonlijk geloofsboek. Ik zie het ook in mijn eigen middle-of-the-road protestantse gemeente: de Bijbel raakt uit het zicht. Vroeger nam je allemaal je eigen Bijbeltje mee naar de kerk. Nu doen alleen oudere mensen dat nog. Mijn ouders lazen de Bijbel nog aan tafel. Die gewoonte kom ik nergens meer tegen bij protestantse vrienden. Wij doen het alleen met Kerst of als een orthodoxe zwager op bezoek komt”, aldus Stoffels.
In een tweede onderzoek ging de Amsterdamse godsdienstsocioloog na welke plaats de Bijbel heeft bij rooms-katholieke en protestantse pastores. De uitkomsten van dat onderzoek zijn opmerkelijk. Uit eerdere onderzoeken kwam naar voren dat veel pastores „innerlijk geseculariseerd” zouden zijn. De pastores vormen echter volgens Stoffels’ gegevens een heel gemotiveerde groep die de kerk dient en het geloof en de Bijbel voor zichzelf nodig heeft. „Het blijken zeer toegewijde en bevlogen mensen. Daarom heb ik ze met een term van Max Weber ”religieuze virtuozen” genoemd”, aldus de hoogleraar.
Opvallend is dat uit het onderzoek blijkt dat er onder orthodox-protestantse predikanten een verschuiving zichtbaar is. De predikanten denken „genuanceerder” over de Bijbel. Bijna de helft van de predikanten in de protestantse orthodoxie gelooft niet meer dat alles wat in de Bijbel staat „historisch” zo gebeurd is. Over het algemeen bezien de pastores binnen de orthodoxie de Bijbel op een niet-orthodoxe manier als Gods Woord, volgens Stoffels. „Ze doen veel vaker uitspraken dat de Bijbel een boek is van menselijke ervaringen met God.”
Uit het onderzoek komt ook naar voren dat ruim driekwart van de in totaal 300 ondervraagde pastores in de toekomst de NBV wil gaan gebruiken.