Los van God
”Het verhaal gaat…”, zo heet de hervertelling van de Bijbel die ds. N. ter Linden vandaag acht jaar geleden presenteerde. Ds. Ter Linden poogde daarmee de hoogtepunten uit de Bijbel aan moderne mensen in een moderne stijl duidelijk te maken. Elk nieuw deel van de serie stond wekenlang in de boekentoptien - ondanks de titel was het opgenomen in de rubriek non-fictie.Acht jaar later lijkt de missie van ds. Ter Linden niet erg succesvol geweest te zijn. Dat blijkt uit het onderzoek ”Bijbelbezit en bijbelgebruik in Nederland 2004”, dat Trouw vanmorgen publiceerde. Sinds 1996 is het bijbelbezit -tja, horen de boeken van ds. Ter Linden daar ook bij?- verhoudingsgewijs met meer dan 20 procent gedaald. Bij die cijfers hoort meteen een kanttekening: als de onderzoeken sinds 1974 betrouwbaar en vergelijkbaar zijn, is er niet sprake van een dalende lijn maar eerder van een golfbeweging met hooguit een dalende trend.
Dat geldt niet voor de vraag wat de Bijbel betekent voor de doorsnee Nederlander. Slechts 18 procent ziet de Bijbel als Gods onfeilbaar woord. Dat was in 1996 28 procent en in 1989 33 procent. Steeds minder mensen zien de Bijbel als inspiratiebron, als richtlijn voor zijn of haar handelen of als onmisbaar voor het geloof in God. Tegelijkertijd zijn steeds meer mensen ervan overtuigd dat er geen God is, of ze zijn er onzeker over. Waar in 1966 nog 48 procent van de Nederlanders geloofde in een God Die Zich met ieder persoonlijk bezighoudt, geldt dat nu slechts voor 20 procent. Veel bijbelbezitters spreken bovendien in onverschillige of zelfs vijandige termen over de Bijbel, of ze hechten er evenveel waarde aan als aan de boeken van Harry Potter.
Hoe schokkend de cijfers ook zijn, het onderzoek bevestigt slechts wat ieder vermoedde en om zich heen vaststelde: Nederland is een heidens land aan het worden. De religiositeit in Nederland neemt toe, een film als ”The Passion of the Christ” wordt een kassakraker, tienduizenden lopen uit voor de herdenking van André Hazes- maar de Bijbel is daarbij zo goed als overbodig geworden. Moderne vertalingen en bewerkingen die de Bijbel toegankelijk moesten maken voor grote groepen lezers hebben de secularisatie, de opkomst van het atheïsme en de ’devaluatie’ van de Bijbel niet kunnen tegengaan. Het lijkt daarom overmoedig om te veronderstellen dat de Nieuwe Bijbelvertaling, die volgende week verschijnt, dat wel zal kunnen. „We zitten echt nog niet op het dieptepunt”, concludeert een deskundige in Trouw.
Het onderzoek heeft echter ook een boodschap voor de gereformeerde gezindte. Details ontbreken, maar het bijbelbezit zal daar zeker hoog zijn. Toch sijpelen ook daar laakbare visies op de Bijbel binnen. Dat gebeurt niet alleen in de vorm van schriftkritiek of het gebruik van bedenkelijke vertalingen, maar het blijkt ook uit het afnemend gezag van de Bijbel voor ons persoonlijk dagelijks leven.
Daarbij moeten we de hand in eigen boezem steken. De zeventiende-eeuwse predikant-pedagoog Koelman raadde aan onze kinderen hele bijbelhoofdstukken uit het hoofd te laten leren, maar in plaats daarvan is persoonlijke bijbelstudie vaak vervangen door het lezen van meditatieve lectuur.
Uit het hoofd leren is uiteraard niet genoeg. God gebiedt in Deuteronomium 6 om Zijn woorden in te scherpen bij de kinderen. De kanttekening op de Statenvertaling verklaren dat woord inscherpen met: zo voordragen dat die woorden in hun hart mogen doordringen.