Of PvdA nu keerpunt heeft bereikt, valt nog te bezien
Eindelijk is de PvdA terug op het politieke strijdtoneel. Toch? Door bij de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP) in stemmenaantal te verdubbelen en maar liefst zes zetels te scoren, kwam zij van alle Nederlandse partijen royaal op kop te liggen.
De vraag is echter wel hoe deze winst geduid moet worden. Kunnen we dit zien als de wederopstanding van de vaderlandse sociaaldemocratie? Is de groepering die bij de Kamerverkiezingen van 2017 een ongelooflijke dreun kreeg –nooit eerder in de parlementaire geschiedenis zakte een partij van 38 naar 9 zetels– nu opeens weer een speler waarmee geducht rekening moet worden gehouden?
Ja en nee. Dat de PvdA, die decennialang samen met het CDA de Nederlandse politiek domineerde, nog altijd een factor van enige betekenis is, is duidelijk. Maar dat heeft op de keper beschouwd weinig te maken met de verkiezingsoverwinning van vorige week.
In de eerste plaats omdat krachtsverhoudingen in het EP nauwelijks van betekenis zijn voor de landspolitiek. In de tweede plaats omdat de overwinning van de PvdA er één was in een heel specifieke context. Hij had alles te maken met de door hen gekozen lijsttrekker, Frans Timmermans. Door zijn grote bekendheid (in verhouding tot de andere lijsttrekkers) zoog hij stemmen weg die anders op met name D66 en GroenLinks zouden zijn uitgebracht.
Timmermans werd in deze campagne de verpersoonlijking van het gematigde pro-Europese denken. Bovendien zal een zekere nationale trots bij kiezers een rol hebben gespeeld. Timmermans, „onze man in Europa”, die dan ook nog eens een kans maakt om in Brussel de ‘baas’ te worden? Laten we dan maar op hem stemmen.
Toch blijft de stelling waar dat de rol van de PvdA in de landspolitiek nog niet is uitgespeeld. Maar dat heeft meer te maken met de uitslag van de maandag gehouden Eerste Kamerverkiezingen. Die zorgde ervoor dat de partij van Lodewijk Asscher in de Senaat een spilpositie kreeg.
Toegegeven, nu de coalitie van VVD, CDA, D66 en CU in de Eerste Kamer slechts beschikt over 32 zetels, kan zij ook akkoorden sluiten met FVD (12 zetels) of GroenLinks (7). Maar programmatisch gezien ligt het voor de hand dat de voorkeur van Rutte III uitgaat naar de sociaaldemocraten, met wie de liberalen hiervoor ook al een volle regeerperiode samenwerkten.
Vooral díé situatie brengt de PvdA terug in het centrum van de politieke macht, niet zozeer haar overwinning op het Europese toneel. Of zij haar gunstige onderhandelingspositie de komende jaren uit kan bouwen en vervolgens bij komende Kamerverkiezingen electoraal kan benutten, zal nog moeten blijken. De geschiedenis zal leren of het jaar 2019 voor de PvdA echt een keerpunt was. Nú daar al over juichen is voor de sociaaldemocraten, hoezeer ook opgebeurd door hun zes EP-zetels, toch echt te vroeg.