Trump verliest zaak over belastingaangifte
Een rechter heeft het Huis van Afgevaardigden in het gelijk gesteld in zijn verzoek om de belastingaangiften van Donald Trump in te zien uit de periode voordat hij tot president was verkozen. De regering Trump leed daarmee een eerste juridische nederlaag in de strijd met het Congres.
De president liet weten het niet eens te zijn met de uitspraak van de rechter en dat hij in beroep gaat. Hij vindt dat er geen gegronde reden is voor de inzage in zijn financiën en dat de Democraten alleen maar op zoek zijn naar een politiek instrument om tegen de president te gebruiken, nu en in aanloop naar de verkiezingen van 2020.
Volgens districtsrechter Amit Mehta in Washington heeft de commissie Overheidsinkomsten in het Huis van Afgevaardigden het recht om Trumps persoonlijke en zakelijke financiën tot 2011 te onderzoeken. De rechter verwierp ook Trumps verzoek om de dagvaarding van het Congres tijdelijk op te schorten.
Trump weigert mee te werken aan een reeks onderzoeken van het door de Democraten geleide Huis van Afgevaardigden naar zijn belastingaangiften en onder meer besluiten rond zijn hotel in Washington en de toegang tot geheime informatie voor zijn kinderen.
De rechter zei dat de commissie heeft laten zien dat ze niet “zomaar zitten te vissen” naar de financiën van de president en dat de financiële gegevens van accountantskantoor Mazars LLP het Congres kunnen helpen bij het maken van wetten en andere taken. Het accountantskantoor heeft zeven dagen om te voldoen aan de dagvaarding, maar de advocaten van Trump zullen hoogstwaarschijnlijk bij een hof van beroep om uitstel vragen.