Slob: inspectie voelde zich in gevaar op Haga
De onderwijsinspectie voelde zich niet veilig tijdens een verrassingsbezoek aan het omstreden Amsterdamse Cornelius Haga Lyceum. Daarom hebben de inspecteurs hun bezoek van 6 maart voortijdig afgebroken, zegt minister Arie Slob (Voortgezet Onderwijs).
Het bestuur van de islamitische school waarschuwde de inspecteurs „dat er mogelijk ordeverstoringen zouden plaatsvinden” als de lesbezoeken zouden doorgaan, zegt Slob. „Dan zou het zijn mensen niet in de hand kunnen houden.” De inspecteurs voelden zich daardoor zo bedreigd, dat ze opstapten. De verzekering van het bestuur dat het de inspectie niet in haar werk wilde belemmeren, maakte geen verschil.
De inspectie heeft de aangekondigde bezoeken donderdag hervat. Een woordvoerder van de dienst liet weten dat de inspecteurs hun werk „gewoon hebben kunnen uitvoeren en niet zijn belemmerd”.
De Tweede Kamer vindt dat een school die de inspectie hindert, voortaan meteen gesloten moet worden, of in ieder geval zijn subsidie deels of helemaal moet verliezen. Onder andere de SP vroeg de garantie van Slob dat de nieuwe wetten waaraan hij werkt, beletten dat nog eens kan gebeuren wat zich op het Haga heeft voorgedaan.
Die garantie kan de minister niet geven. Wel belooft hij allerlei plannen te bestuderen die de Kamer aandroeg om de aanpak van zulke misstanden gemakkelijker te maken.
De VVD vroeg Slob of ook ouders en leraren van de Amsterdamse middelbare school niet kunnen worden aangepakt. Kamerlid Rudmer Heerema opperde dat leraren van het Haga ook elders niet meer voor de klas zouden mogen. Met dat idee maakte de minister echter korte metten, omdat de rechtsstaat daar geen ruimte voor zou bieden.