Kerken in Doornspijk brengen bewustwording over zorgmijding op gang
Veluwenaren wachten soms te lang met de gang naar een hulpverlener. De christelijke gereformeerde ds. B. L. C. Aarnoudse snijdt het onderwerp zorgmijding daarom regelmatig aan in zijn preken. „Er ontstaat bewustwording.”
Zorgmijding is een probleem in het Noordwest-Veluwse dorp Doornspijk, constateren huisartsen. Kerken, scholen en verenigingen slaan al jaren de handen ineen om het probleem aan te pakken. Ze beleggen informatiebijeenkomsten voor mensen die er beroepsmatig mee te maken hadden: huisartsen, kraamverzorgsters, thuiszorgers, wijkagenten, leerkrachten, predikanten en kerkenraden.
Kerken houden themadiensten over het onderwerp. Ds. Aarnoudse, predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Doornspijk, stelt zorgmijding regelmatig aan de orde in zijn preken.
Is er in Doornspijk echt sprake van zorgmijding?
„Artsen hebben aan de bel getrokken. Zij zagen dat hun cliënten pas met hun psychosociale problemen op het spreekuur kwamen als er vaak weinig meer aan te doen viel. Als er geadviseerd werd hulpverlening in te schakelen, volgden mensen dat advies nogal eens niet op. Predikanten liepen er ook tegenaan.
Er zit ook een goede kant aan zorgmijding. De inwoners van het dorp willen zelf hun problemen oplossen en er niet zomaar mee naar een hulpverlener gaan. Maar ze wachten te lang, waardoor de problemen verergeren. Zorgmijding speelt overigens niet alleen op de Veluwe, maar ook op andere plekken in de Biblebelt, onder andere in Zeeland.”
Heeft het te maken met religie?
„Je bent wel geneigd om dat te denken en dat wordt ook wel gezegd. Een bepaald soort prediking zou mensen passief maken, zodat ze minder geneigd zijn om de dokter in te schakelen. Dat geloof ik niet zo. Het kan en mag niet zo zijn dat mensen hun verantwoordelijkheid niet nemen. Zorgmijding heeft meer te maken met gesloten gemeenschappen die zichzelf willen redden en anderen niet willen toelaten in hun leven om te helpen. We weten dat in Drenthe in gesloten dorpsgemeenschappen die veel minder religieus zijn hetzelfde speelt.”
Waar gaat het over?
„Je kunt denken aan overmatig drankgebruik, huiselijk geweld, on-evenwichtige verhoudingen binnen het huwelijk, verslaving, psychische nood en verwaarlozing in de opvoeding. Het betreft dus niet zozeer gewone ziekten maar vooral zaken die met de geestelijke gezondheidszorg te maken hebben.”
Wat hebben de kerken in Doornspijk gedaan?
„Wij zijn als predikanten bij elkaar gekomen en hebben besloten om er in de prediking aandacht aan te besteden, niet op een veroordelende maar op een invoelende manier. Het is natuurlijk gemakkelijk om als predikant, die van buiten komt, de fouten van een kerkelijke gemeenschap aan te wijzen, maar dat is niet goed. Ik ben zelf ook een zondig mens met fouten en gebreken en ik moet naast de mensen gaan staan. We hebben in totaal twaalf preekschetsen met elkaar gedeeld. Elke voorganger werkte die voor zijn eigen gemeente verder uit.”
Waarover gingen die preken?
„Vanuit Genesis 2:18 en Efeze 5:32 hebben we gepreekt over de verhouding tussen man en vrouw in het huwelijk. Het onderwerp seksualiteit kwam aan de orde in een preek over Jozef en de vrouw van Potifar. Preken over de verhouding tussen ouders en kinderen en over huiselijk geweld hadden teksten uit Efeze als basis. De psychische problematiek in haar algemeenheid hebben we aan de orde gesteld naar aanleiding van Psalm 142, waarin het zowel over geestelijke als over psychische nood gaat. Later is met een preek over David bij Ziklag (1 Sam. 30) nog eens apart aandacht gegeven aan het onderwerp angst. Verder hebben we het onder andere gehad over rouw en verdriet, verslaving, mediagebruik en eenzaamheid.”
Hoe vielen de preken?
„Ze vielen goed, al was er hier en daar ook weerstand. Dat is niet erg. Mensen veranderen niet zomaar van mening. Ze mogen kritisch zijn. Er is in ieder geval bewustwording tot stand gekomen, niet alleen in mijn gemeente maar ook elders in Doornspijk. Je ziet dat de weg naar het Centrum voor Jeugd en Gezin, De Vluchtheuvel en Eleos eerder ingeslagen wordt. Vooral de jonge gezinnen staan hier anders in. Kerkenraadsleden kunnen hier ook een voorzichtige rol spelen.”
Wat gaat er verder gebeuren?
„Als voorgangers komen we regelmatig bij elkaar om te bekijken wat we nog meer kunnen doen en we denken na over nieuwe preken. Vorig jaar hebben we gepreekt over de verhouding tussen ouders en kinderen naar aanleiding van de dronkenschap van Noach in Genesis 9.
We brengen de kerkelijke bijdrage aan het project ter sprake tijdens het halfjaarlijkse overleg met de burgemeester en de betrokken wethouder. Hier worden soms weer nieuwe gezichtspunten genoemd en initiatieven geboren. Aandacht voor praktische onderwerpen die het concrete dagelijks leven raken, blijft nodig en de Schrift reikt die onderwerpen ook zelf aan.”