Dat blijkt uit de woensdag gepubliceerde Wachtkamerenquête van de FNV. De vakcentrale heeft voor het tweejaarlijkse onderzoek dit voorjaar ruim 1900 mensen in de wachtkamers van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de gemeentelijke sociale diensten ondervraagd.

Vooral het aantal klachten rond de aanvraag en uitbetaling van de bijstand door het CWI en de gemeentelijke sociale diensten is sterk toegenomen: van 26 naar 46 procent. Bij mensen die voor een volledige WW–uitkering in de molen zaten bij het CWI en het UWV, steeg het percentage ontevredenen naar 43 procent, tegen 39 procent twee jaar geleden.

De FNV wijt de gang van zaken aan de steeds veranderende regelgeving. Bovendien zijn sinds enkele jaren verscheidene organisaties bij de procedures betrokken. „Dat zorgt voor een enorme bureaucratie en communicatiestoornissen tussen verschillende instellingen." De uitkeringsgerechtigden rapporteren wachttijden van gemiddeld een tot drie maanden met uitschieters tot bijna een jaar.

Ruim 80 procent van de ondervraagden zegt overigens dat ze na de eerste uitbetaling tevreden zijn over het verdere verloop. FNV–bestuurder T. Heerts benadrukt in het onderzoek dat de vakcentrale er niet op uit is om „alleen maar een negatief beeld te schetsen". Zo noemt de FNV als „lichtpuntje" dat er over de procedure en de eerste uitbetaling van een WAO–uitkering minder klachten zijn dan bij de vorige enquête.

Verder constateert de vakcentrale dat de dienstverlening verbetert. Zo prijzen meer klanten van zowel het CWI als het UWV de vriendelijke benadering, de kwaliteit van de mondelinge informatie en de tijd die er voor hen wordt uitgetrokken. De voorlichting over regelingen laat volgens de ondervraagden echter nog wel eens te wensen over, vooral de informatie over de nieuwe Wet werk en bijstand.