Eindsprint in gevecht om onderzeeboten
De eindsprint in de strijd om de levering van nieuwe Nederlandse onderzeeboten is ingezet. Alle partijen benadrukken hun Nederlandse relaties voor het binnenslepen van de miljardenorder. Niet zonder reden.
De vier Nederlandse onderzeeboten in de Walrusklasse zijn aan het eind van hun latijn. Defensie wil daarom de Bruinvis, de Dolfijn, de Walrus en de Zeeleeuw tussen 2027 en 2031 vervangen. Binnenkort maakt staatssecretaris Barbara Visser bekend aan welke eisen nieuwe onderzeeboten moeten voldoen.
Met de defensieorder is een slordige 3,5 miljard euro gemoeid. Het project is ingewikkelder dan de aanschaf van de JSF. Daarbij waren de VS verantwoordelijk, nu zit Nederland zelf aan de knoppen.
Veel landen maken gebruik van zware, nucleair aangedreven kernonderzeeërs. Nederland zet in op kleinere niet-nucleaire onderzeeboten die bijvoorbeeld vlak onder de kust kunnen opereren. Een nichecapaciteit binnen de NAVO.
Verschillende consortia azen op de maritieme megaorder: Damen Shipyards (Nederland) met Saab Kockums (Zweden), ThyssenKrupp Marine Systems (TKMS, Duitsland), Naval Group (Frankrijk) en Navantia (Spanje).
De Franse Naval Group wierp donderdag het Nederlandse Royal IHC, bouwer van baggerschepen uit Kinderdijk, in de strijd. „Voor Nederland, door Nederland, in Nederland”, zegt het bedrijf ronkend. „We willen de verdwenen kennis over onderzeeërs terug naar Nederland halen”, stelt topman Dave Vander Heyde. Naval wil kennis met Nederland delen, zodat onderhoud hier kan plaatsvinden.
Ook ThyssenKrupp Marine Systems deed donderdag een verwoede poging de megaorder binnen te slepen. De Duitsers willen de onderzeeërs bouwen op de marinewerf en kennis delen. Den Helder moet daarbij een Submarine Valley worden. TKMS mist echter een grote Nederlandse partner.
Damen Shipyards uit Gorinchem loopt zich –samen met het Zweedse Saab Kockums– al sinds 2015 warm voor de lucratieve order. Niet alleen voor de Nederlandse marine, maar ook voor vervolgopdrachten wereldwijd.
Nederland geeft voorrang aan Hollands glorie; het kabinet hecht aan boten van eigen bodem. Zolang Nederlandse bedrijven als Damen en IHC meedingen in de strijd, moeten buitenlandse aanbieders een stap harder lopen.