Onrust onder PKN-predikanten in ‘dure’ pastorie
Pastoriebewoners dreigen onevenredig getroffen te worden door nieuwe financiële afspraken binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
Dat stelt ds. K. van der Kamp, classispredikant van Overijssel-Flevoland, op zijn website.
Predikanten in de Protestantse Kerk in Nederland kregen vorige maand bericht over nieuwe regels rond pastorie en pensioen. Zo betalen bewoners van „een duurdere pastorie” vanaf 1 januari 2019 meer pensioenpremie en bouwen daarmee een hoger pensioen op.
Tegen de invoering van een WOZ-afhankelijke woonbijdrage is vooral door bewoners van een duurdere pastorie bezwaar gemaakt, meldde de Bond van Nederlandse Predikanten (BNP) vorige week. „Voor hen betekent het een verlies aan inkomen, dat ingrijpend kan zijn. Het zou de mobiliteit en solidariteit onder predikanten schaden. De presentatie van de wijzigingen kwam als een onaangename verrassing.”
Predikanten vrezen hun huizen te moeten verlaten waar ze ambtshalve al geruime tijd wonen, signaleert ds. Van der Kamp.
De Bond van Nederlandse Predikanten heeft inmiddels aangekondigd het overleg over de pastoriekosten te heropenen. „In het georganiseerd predikantenoverleg werkt men aan een bijstelling om te voorkomen dat een groep predikanten onevenredig zwaar getroffen wordt.”
De BNP denkt aan onder meer aan compenserende maatregelen. De uitkomst van het overleg is echter „onzeker.”
De kleine synode van de Protestantse Kerk buigt zich op 22 maart over de kwestie.