Strafhof laat ex-president Ivoorkust gaan
Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag laat ex-president van Ivoorkust, Laurent Gbagbo (73), na zeven jaar vrij. De rechters besloten dat hij niet langer in voorarrest hoeft te zitten en dat de belangrijkste beschuldigingen tegen hem onvoldoende zijn onderbouwd.
Gbagbo en medebeklaagde Charles Blé Goudé zijn helemaal vrijgesproken van aanklachten met betrekking tot misdaden tegen de menselijkheid. De uitspraak van de Italiaanse rechtbankvoorzitter Cuno Tarfusser volgt op de eis van de verdediging dat hun cliënten vrijgelaten moeten worden, omdat de aanklagers in al die jaren hun beschuldigingen volstrekt niet hebben aangetoond. Het in 2016 begonnen proces was nog niet afgelopen.
Voormalig vakbondsman Gbagbo was president van het West-Afrikaanse land van 2000 tot 2011. Hij betwistte de uitslagen van de presidentsverkiezingen van eind 2010 die stelden dat zijn rivaal Alassane Ouattara had gewonnen. Het constitutioneel hof verklaarde dat Gbagbo wel de winnaar was en er volgden maanden van bloedvergieten tussen de aanhangers van de twee.
De internationale gemeenschap koos de zijde van Ouattara. Gbagbo en zijn vrouw werden in april 2011 gevangengenomen en vielen in handen van Franse troepen die Gbagbo aan het ICC overleverden. De aanklager van strafhof beschuldigde hem van misdaden tegen de menselijkheid in het geweld na de stembusgang. Gbagbo’s aanhang, die bij het ICC en de Scheveningse gevangenis vaak is komen betogen voor zijn vrijlating, stelt dat Gbagbo slachtoffer is van een politiek proces en door Fransen is ontvoerd.
Het ICC is in 2002 aan het werk gegaan. De zaak tegen Gbagbo is een blamage voor het vooral door Europese landen gefinancierde hof. In 15 jaar tijd is er meer dan een miljard euro uitgegeven en zijn er slechts drie keer mensen schuldig bevonden aan oorlogsmisdaden.
De aanklagers leden ook al nederlagen in zaken tegen andere leiders in Afrika, zoals de Congolese politicus Jean-Pierre Bemba. Die moest vorig jaar worden vrijgelaten, toen zijn veroordeling wegens oorlogsmisdaden in hoger beroep sneuvelde. In 2015 strandde een zaak tegen president Uhuru Kenyatta van Kenia. En het ICC probeert vergeefs de Soedanese president Omar Hassan al-Bashir op te pakken wegens gruwelen in de Soedanese regio Darfur. Het ICC ligt in Afrika onder vuur omdat het als een Europees tribunaal wordt gezien om Afrikanen te berechten.