Senaat dubt over gedragscode
De Eerste Kamer moet meer werk maken van de aanbevelingen van het Europese anticorruptieorgaan Greco.
Dat was dinsdag het pleidooi van experts, tijdens een door de Senaat georganiseerde hoorzitting.
In 2014 adviseerde Greco, onderdeel van de Raad van Europa, de parlementen van alle lidstaten een gedragscode op te stellen, zodat volksvertegenwoordigers de schijn van belangenverstrengeling beter zouden kunnen vermijden. Verder zou Kamerleden bij dilemma’s advies moeten kunnen vragen aan een vertrouwenspersoon. Het handhaven van de gedragscode zou moeten worden opgedragen aan een speciale commissie.
Van het gros van de adviezen heeft de Eerste Kamer nog geen werk gemaakt, maar dat moet veranderen, aldus hoogleraar staatsrecht Paul Bovend’Eert dinsdagochtend. Hij kreeg bijval van Joep Verburg, voormalig president van het gerechtshof in Den Haag. De twee willen regels over wanneer senatoren zich dienen te onthouden van stemmingen. Ook dringen ze aan op een lijst van nevenfuncties die niet te verenigen zijn met het Eerste Kamerlidmaatschap.
Veel senatoren twijfelen nog over een gedragscode. Een van de vragen is of een leidraad wel voldoende concreet kan zijn.
Volgens Bovend’Eert is dat zeker het geval. Hij bekritiseerde een senator die recent pleitte voor belastingvrijstelling voor pensioenfondsen terwijl hij in de raad van commissarissen van zo’n fonds bleek te zitten. Een andere senator drong aan op meer subsidie voor kleine musea terwijl hij deel uitmaakte van de raad van toezicht van het Openluchtmuseum.
Regels kunnen paal en perk stellen aan dergelijk gedrag, aldus de staatsrechtdeskundige.
Normen op schrift stellen en schendingen eerst afdoen via een intern sanctiesysteem kan ook gunstig uitpakken voor een Kamerlid, hield Bovend’Eert de senatoren voor. „De druk om maar op te stappen is dan minder groot.”