Dordtse verklaring moet band tussen protestanten bezegelen
Een ”verklaring van verbondenheid” moet medio 2019 de relatie tussen verschillende protestantse kerken gaan onderstrepen. Dat zegt prof. dr. Barend Kamphuis, die namens de stuurgroep nationale synode werkt aan de tekst van het document.
„We zijn in de stuurgroep al een aantal jaar bezig met het idee van zo’n ”verbondsverklaring””, zegt prof. Kamphuis, emeritus hoogleraar systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. „Met een flink aantal betrokkenen uit verschillende protestantse kerken zijn we aan de slag gegaan om dit document op te stellen. De kerken die de verklaring ondertekenen, beloven elkaar te steunen, in dienst van het Evangelie. Ze geven aan samen bij Christus te horen. Ze willen naast elkaar staan, niet tegenover elkaar.”
In februari wordt een vergadering belegd waarin alle betrokken partijen de verklaring „hopelijk” ondertekenen. Bij de afsluiting van het herdenkingsjaar 400 jaar Nationale Synode 1618-1619, op 29 mei in de Grote Kerk in Dordrecht, zal de verklaring worden voorgelezen.
Verschillen
Ook al ondertekenen kerken een verklaring van verbondenheid, onderlinge verschillen zullen blijven bestaan. Dat onderstreept ook prof. Kamphuis: „Dat wordt in de verklaring uitdrukkelijk verwoord. We willen de verschillen niet bagatelliseren, maar we willen wel van elkaar leren.” Volgens de emeritus gaat het meer om een mentaliteitsverandering: „De vraag die naar de kerken toekomt, is wat zij voor elkaar en voor de Nederlandse samenleving willen betekenen.”
De stuurgroep nationale synode wil de noodzaak van een mentaliteitsverandering onder de aandacht brengen, aldus prof. Kamphuis. „In Nederland zijn we als christenen inmiddels een minderheid. We hebben elkaar nodig. We kunnen niet langer volstaan met het aanwijzen van elkaars fouten.”
De bedoeling van de stuurgroep is dat er een jaarlijkse vergadering komt van kerken die de verklaring ondertekenen. De eerste keer georganiseerd door de stuurgroep, „maar daarna moeten de kerken het zelf doen”, lacht hij. „Het is belangrijk om regelmatig met elkaar in gesprek te gaan. Zeker het geloofsgesprek brengt mensen bij elkaar, hoe verschillend hun opvattingen ook zijn. Dan kan worden doorgepraat over vragen als: Wat betekent het geloof voor jou? en: Hoe heb je je bekering beleefd? We moeten naar elkaar luisteren, en dan vooral doorvragen in plaats van oordelen.”
De dingen waar kerken zich bij elkaar in kunnen vinden, zijn belangrijker dan onderlinge verschillen, aldus prof. Kamphuis. „We baseren ons op basale waarden, zoals die in de geloofsbelijdenis van Nicea zijn verwoord. Onze verklaring is alleen geen leerstuk, maar een uitspraak van wat we als kerken voor elkaar willen betekenen.”
Breedte
Kerken uit de breedte van protestants Nederland zijn bij het project betrokken, zegt prof. Kamphuis. „Van de Christelijke Gereformeerde Kerken tot de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, van remonstranten tot doopsgezinden.” Een aantal „reformatorisch-bevindelijke kerken”, zoals prof. Kamphuis ze noemt, wilde liever niet meewerken aan de verklaring. „Op korte termijn komt daar denk ik geen verandering in”, stelt de emeritus. „Dat is jammer. We waarderen hen en zien uit naar hun inbreng. We hebben ook hen nodig.”