„Rugpijn begon door fout zitten en tillen”
Rugproblemen hebben het leven van Leen Voogt (69) uit Papendrecht een enorme wending gegeven. Al dertig jaar is rugpijn een onderdeel van zijn leven. „Ik slik 30 à 40 milligram morfine per dag.”
Voogt is woensdag als ervaringsdeskundige bezig met een inloopuur voor rugpatiënten in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Zwijndrecht als hij het nieuws hoort dat zo’n 2 miljoen Nederlanders last hebben van rug- of nekpijn.
Volgens gezondheidsinstituut RIVM zijn vorig jaar ruim 1,1 miljoen vrouwen en ruim 850.000 mannen met deze klachten bij de huisarts bekend. Bovendien nemen de aantallen jaarlijks met enkele tienduizenden toe, waarschuwen chiropractors. Met name doordat Nederlanders te weinig bewegen en te veel zitten, uren achter elkaar in dezelfde houding, bijvoorbeeld achter een bureau of in de auto.
De rugproblemen van Leen Voogt hebben een lange voorgeschiedenis. „Van mijn 18e tot mijn 25e was ik vrachtwagenchauffeur. Toen hadden trucks nog geen geveerde stoelen; ik zat op een bank zonder vering en de wagen zelf had geen luchtvering, zoals tegenwoordig.” In die tijd was de Papendrechter ook chauffeur bij de vrijwillige brandweer, met eveneens slecht geveerde wagens.
Op 25-jarige leeftijd kon Voogt van zijn hobby zijn beroep maken. Hij werd orgel- en pianodocent en verkoper van deze instrumenten. „Ook als ik alleen was, bracht ik piano’s en orgels weg. Daarbij gebruikte ik een verkeerde tiltechniek.”
Afschuwelijke pijn
Op 39-jarige leeftijd eindigde Voogts betaalde carrière binnen één week tijd. „Op maandagmorgen begon ik met een lichte rugpijn, op zaterdag had ik afschuwelijke pijn en een totale uitval van mijn linkerbeen.”
Voogt had last van een rugwervelafglijding. „In mijn geval schoof de onderste lendenwervel naar beneden zodat hij de grote beenzenuw beknelde en het linkerbeen verlamd raakte.”
De aandoening was ook het begin van een lange ‘loopbaan’ in het ziekenhuis. Voogt onderging in totaal zeven rugoperaties, waarvan die in 1992 de grootste was. Daarbij werden diverse rugwervels aan elkaar vastgemaakt. Negen maanden lang herstel in een gipskorset was nodig.
Toen zijn wervelkanaal vernauwd raakte, volgde opnieuw een ingreep. Ook onderging Voogt diverse herniaoperaties.
Wat bleef, was de pijn. „Ik slik dagelijks 30 à 40 milligram morfine en gebruik twee keer een Tens-apparaat om de zenuwpijn als het ware af te leiden door elektrische prikkels.”
Ook de niet-lichamelijke gevolgen van de beperking waren „enorm.” Voogt: „Mijn kinderen konden niet zeggen: Papa zullen we even stoeien? In de beginjaren kon ik niets. Ik vond het heel erg dat mijn beroep en hobby, orgelspelen, onmogelijk werd.”
Scheidingen komen vaak voor bij rugpatiënten. Deze zijn het gevolg van oplopende spanningen in de relatie, die mede door de beperkingen van de rugpatiënt ontstaan, constateert Voogt.
De Wervelkolom
Toen Voogt in 1992 voor de keus stond om de operatie voor het vastmaken van zijn wervels al dan niet te ondergaan, vroeg hij informatie op bij de Nederlandse Vereniging van Rugpatiënten ”de Wervelkolom”. Hij werd lid en rolde al snel het bestuurswerk in.
Momenteel is hij voorzitter van de club met 1500 leden. „Woensdagmorgen hield ik een inloopuur, waarin rugpatiënten hun verhaal kunnen doen en zelf advies geven. Dinsdag gaf ik voorlichting aan tweedejaarsstudenten geneeskunde van de VU.”
Met zijn handicap heeft hij leren omgaan. „Ik reis met mijn zogeheten trippelstoel door het hele land. Dat is een soort bureaustoel, waardoor ik met minder pijn kan zitten.” Zijn orgelhobby –„ik heb nog les gehad van de organist Jan Bonefaas”– heeft de hervormde Voogt sinds een jaar of zeven weer kunnen oppakken. „Ik speel in drie Papendrechtse zorgcentra tijdens zondagse diensten, weeksluitingen en zanguurtjes.”
De verenigingsvoorzitter wil het onbegrip ten opzichte van rugpatiënten bestrijden. „Aan onze buitenkant zie je niets. Ik zat een keer op mijn knietjes in de tuin –gewoon bukken lukt niet– toen iemand naar me toekwam en zei: „Zo te zien gaat het goed met je, wanneer ga je weer aan het werk?” Hij wist niet dat ik het tuinwerk de volgende dag moest bezuren met extra pijn.”