Al vijf jaar lang voert Brussel een onderzoek uit naar de verkooppraktijken van ’s werelds grootste frisdrankenfabrikant. Dat gebeurt op verzoek van rivaal Pepsi. Die meent dat de EU-regels ter bescherming van een eerlijke strijd tussen de aanbieders op de markten worden overtreden.

Gisteren maakte commissaris Monti (Mededinging) bekend dat er een deal is gesloten die een eventueel dwingend ingrijpen van zijn kant voorkomt. „Consumenten zullen voortaan in het algemeen meer keuzes hebben in de cafés, de pubs en de winkels en kunnen zich meer laten leiden door prijzen en persoonlijke voorkeuren dan dat zij genoodzaakt zijn een artikel van Coca-Cola te kopen omdat er geen andere voorhanden zijn”, lichtte hij toe.

De afspraken houden bijvoorbeeld in dat de onderneming winkeliers en kasteleins niet langer zal verplichten om, als zij haar producten afzetten, ook het gelieerde Fanta in hun assortiment op te nemen. Zij mogen de koelkastjes die ze van haar hebben ontvangen voor 20 procent vullen met flesjes van een ander merk. Een korting bij de afname van een bepaalde hoeveelheid blijft in de toekomst voor hen achterwege. Verder zal de multinational nog slechts tot een beperkt bedrag leningen verstrekken ter financiering van kleine cafés.

De overeenkomst treedt op 1 januari 2006 volledig in werking. De directie van het bedrijf zegt nauw en constructief te willen samenwerken met Brussel. Zij vreest, zo laat zij weten, geen verlies van marktaandeel als gevolg van de maatregelen. De aanpassingen gelden alleen voor landen waar de multinational minimaal 40 procent van de koolzuurhoudende frisdrankenmarkt in handen heeft en bovendien meer dan twee keer zo groot is dat de nummer twee. In de meeste EU-lidstaten is dat het geval.