SGP verliest niet snel stemmen aan PVV
Sinds de PVV bestaat, hangt het idee in de lucht: Wilders is een geduchte concurrent voor de SGP. Toch wijst onderzoek uit dat Van der Staaij en de zijnen vooralsnog niet bang hoeven te zijn voor het overlopen van kiezers. „Morele thema’s zijn daarvoor een sta-in-de-weg.”
Is het een gek idee om te denken dat de SGP weleens kiezers zou kunnen gaan verliezen aan de PVV? Bepaald niet. Beide partijen vissen in de rechts-conservatieve vijver, beide uiten zich kritisch tegenover de islam, beide moeten weinig hebben van de herverdeling van inkomens tussen rijk en arm.
Dat Wilders een zekere aantrekkingskracht uitoefent op het SGP-electoraat bleek de achterliggende jaren wel in Urk en Tholen, refobolwerken, waar de PVV desondanks bij de stembusgang kleine successen behaalde.
Feiten
Maar nu toch even de feiten. Die zijn onlangs keurig op een rij gezet door de politicologen Simon Otjes en André Krouwel, die de resultaten van hun onderzoek volgende week vrijdag zullen presenteren op een symposium over ”Reformatorisch populisme”, georganiseerd door de Vrije Universiteit, de Guido de Brès-Stichting en het Dutch Biblebelt Network.
Feit 1. De kans dat een SGP-kiezer een volgende keer PVV stemt, is weliswaar aanwezig, maar veel minder groot dan dat hij of zij CDA of ChristenUnie zal stemmen, filterden Otjes en Krouwel uit het materiaal van Kieskompas. Kieskompas is een geavanceerde stemwijzer, ontwikkeld door Krouwel en het dagblad Trouw, met meer dan 1 miljoen gebruikers.
Toegegeven, van alle SGP-stemmers bij de Kamerverkiezingen van 2017 zegt 16 procent dat de PVV hun ”next best”-partij is. Maar daarmee scoort de club van Wilders onder staatkundig gereformeerden toch beduidend lager dan ChristenUnie (62 procent), CDA (50 procent) en zelfs VVD (22 procent). „De competitie voor de SGP is dus vooral met de andere christelijke partijen”, concluderen de onderzoekers.
Obstakel
En zij weten ook hoe dit komt. Het zijn vooral morele onderwerpen die voor SGP-kiezers „een aanzienlijk obstakel vormen voor de oversteek naar de PVV.” Te denken valt aan de legalisering van euthanasie, waar Wilders en de zijnen geen principieel tegenstander van zijn, maar die veel SGP’ers doet huiveren. Te denken valt ook aan het homohuwelijk, door de PVV gezien als een verworvenheid die verdedigd moet worden, maar door de SGP nog altijd ferm afgewezen.
Heeft de SGP, omgekeerd geredeneerd, wél een sterke aantrekkingskracht op PVV-kiezers? Ook dat niet zozeer, stellen de twee politicologen. „Hun voorkeur ligt, na de PVV, het vaakst bij CDA en VVD.” Dan feit 2. Het gegeven dat er qua opvattingen en favoriete thema’s enige overlap is tussen SGP- en PVV-kiezers, mag de ogen niet doen sluiten voor het feit dat er daarnaast ook grote verschillen bestaan. Om de vraag te beantwoorden of SGP-stemmers lijken op kiezers die het hokje van radicaalrechts-populistische partijen rood maken, definiëren Otjes en Krouwel dergelijke partijen aan de hand van drie kenmerken: nativisme, autoritarisme en populisme.
Nativisme is de opvatting dat het grondgebied van een natie bewoond zou moeten worden door leden van het eigen volk. Dit leidt tot een afwerende houding tegenover immigratie en tot scepsis over de zogeheten multiculturele samenleving.
Autoritarisme is de gehechtheid aan een geordende samenleving. Anders gezegd: het benadrukken van het belang van ”law and order”. Populisme is de ideologie die het volk ziet als homogeen en deugdzaam, de elite als corrupt en elkaar de hand boven het hoofd houdend, terwijl de macht volgens populisten eigenlijk rechtstreeks door het volk uitgeoefend zou moeten worden.
Enorm verschil
Als Otjes en Krouwel deze drie kenmerken loslaten op hun onderzoeksmateriaal blijkt dat SGP-kiezers wel gekenmerkt worden door nativisme en autoritair denken, maar dat er een enorm verschil bestaat met PVV- en FVD-stemmers als het gaat om populistische opvattingen. Voor een kiezer met zeer populistische meningen –bijvoorbeeld: er moeten veel meer bindende referenda komen–, is het 40 procent minder waarschijnlijk dat hij of zij SGP zal stemmen dan voor een kiezer met nauwelijks of geen populistische opvattingen.
„De SGP trekt dus geen populistische kiezers, maar eerder kiezers met antipopulistische opvattingen”, aldus Krouwel en Otjes. En: „De puur populistische retoriek van Wilders schrikt een deel van het conservatieve electoraat af. De SGP-kiezer onderschrijft eerder een elitistisch bestuursmodel dan een populistisch model.”
Rest tot slot de vraag hoe verrassend deze conclusie is. In elk geval niet héél verrassend voor degenen die zich een onderzoek herinneren dat het Reformatorisch Dagblad in 2007 liet verrichten door het bureau Intomart. Wees ook dat onderzoek –waarin 300 SGP-, 300 CU- en 300-PVV-kiezers werden ondervraagd– niet uit dat slechts een zeer klein deel, te weten 3 procent van de SGP-stemmers, in de denkbeeldige situatie dat hun eigen partij niet aan de verkiezingen zou meedoen, PVV zou stemmen?
Symposium over refo’s en populisme
Het onderzoek naar ”SGP-kiezers en het populisme” wordt op 2 november toegelicht door André Krouwel, universitair hoofddocent politicologie aan de Vrije Universiteit. Dat gebeurt op een netwerkbijeenkomst van het Dutch Biblebelt Network, in de Trinitatiskapel in Dordrecht. Op de bijeenkomst over ”Reformatorisch populisme” worden ook andere lezingen gehouden, zoals die van Ernst van den Hemel, religiewetenschapper, werkzaam aan het Meertens Instituut, over ”De SGP en de culturalisering van het christendom”. Aan een forumdiscussie met alle sprekers van de netwerkbijeenkomst neemt ook SGP-Kamerlid Roelof Bisschop deel. De dag wordt besloten met de Biblebelt Lezing 2018, die verzorgd wordt door mr. Dirk Vergunst uit Apeldoorn.
Meer informatie over de bijeenkomst op wi.sgp.nl/netwerkdag.