Column (Jan van Klinken): Erfgoed
Onze hoofdstad dreigt helemaal onder de voet te worden gelopen door toeristen. Vooral Aziaten zijn op drift geraakt en hebben een voorkeur voor Amsterdam. Reisbureaus in de verschillende thuislanden jagen de lust om die stad te bezoeken aan met als grootste lokkertje het ”red light district” (de rosse buurt). Daar moet je geweest zijn.
Gevolg is dat de binnenstad uit zijn voegen barst. De bewoners klagen de laatste tijd steen en been. Onder andere Airbnb zorgt voor chronische overlast. Dankzij dit verschijnsel kunnen mensen hun woning of appartement vrij eenvoudig aan toeristen verhuren. Die arriveren in het holst van de nacht, verkeren onder invloed van alcohol of drugs of bederven de nachtrust van de omwonenden.
Het gemeentebestuur heeft nu besloten de overlast enigszins aan banden te leggen. Het doet dat met fluwelen handschoenen, want het toerisme legt de stad geen windeieren. Een ruwe schatting komt uit op 6 miljard euro aan inkomsten per jaar. Tot overmaat van ramp treffen de maatregelen juist de keurige toerist. Die strooit met bankbiljetten, weet zich te gedragen en loopt niet dronken of stoned door de stad.
Ontzien worden de groepen die zich niet weten te gedragen, voortdurend onder invloed verkeren en nog nooit hebben gehoord van de leefregel ”wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet”.
Dat is Amsterdam. Maar ook in andere plaatsen worden ze hoorndol van al die toeristen. Giethoorn is er een voorbeeld van. Daar bedacht iemand om in China reclame te maken voor dit schattige dorpje met zijn sierlijke punters. Dat hebben ze in het Overijsselse waterdorp geweten. Vaarten raken totaal verstopt en menig dorpeling heeft al ongevraagd bezoek gehad, omdat toeristen denken dat ze in een museum zijn beland waar je vrijelijk door de ramen naar binnen mag gluren.
In Italië (Rome, Florence), Frankrijk, Engeland en zelfs Rusland hebben ze eveneens met ongecontroleerde zwermen toeristen te kampen. Iemand uit mijn omgeving bezocht enkele maanden geleden de Hermitage in Sint-Petersburg. De schilderijen waren vanwege de drommen mensen alleen nog van een afstandje te bezichtigen.
Zelf bracht ik vorige week een bezoek aan Sevilla. Het vermaarde paleis Real Alcázar moesten we overslaan. Er stond een rij zo lang dat je tegen sluitingstijd aan de beurt was. Een volgende bezoek betrof de (weergaloos mooie) kathedraal met zijn vier majestueuze orgelfronten. Een jaar of zes terug was ik er ook. Toen kon je zo doorlopen. Nu moest je een halfuur in de file staan. Wie het Europese erfgoed wil bewonderen, moet snel zijn. Nog even en het is onbereikbaar geworden.