Unilever plaatst Rutte heel laat alsnog voor lastige keus
Het is pijnlijk, maar het moet. Vanaf volgende week gaat de coalitie het belastingplan 2019 „heroverwegen.” Dat dit voor roerganger Mark Rutte een flinke domper is, staat vast.
De thema’s voor de ministerraad van vrijdag stonden al vast. Een terugblik op het uitmuntende optreden van de MIVD’ers die een Russische hackoperatie verijdelden. Iedereen blij. De kabinetsreactie op het voorlopige Klimaatakkoord; een nieuwe tussenstap op weg naar een set definitieve afspraken. Alle coalitiepartners tevreden, want VVD en CDA kunnen hun achterban vertellen dat de stevigste klimaatambities zijn afgeremd en CU en D66 het tegenovergestelde. Kortom, voor elk wat wils.
Opeens was daar echter het telefoontje van Unilever. De verhuizing van het Britse hoofdkantoor naar Nederland gaat niet door. Wat betekende dat voor de voorgenomen afschaffing van de dividendbelasting? zo wilden de media voorafgaand aan de ministerraad van VVD-minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) weten, Niets, was de strekking van zijn reactie. Dat wilde de VVD immers niet alleen voor Unilever. Nee, voor de honderden, ja duizenden bedrijven die overwegen om zich vanwege de Brexit te vestigen in Nederland.
De maatregel overeind laten, wat er rond Unilever ook zou gebeuren, lijkt dan ook de inzet van de VVD te zijn geweest. Tijdens de algemene financiële beschouwingen deze week liet VVD-Kamerlid Aukje de Vries zich al in dezelfde geest als Dekker uit.
Toch vertelde Rutte in zijn wekelijkse persconferentie iets anders: het hele pakket aan belastingmaatregelen voor 2019, waar het schrappen van de dividendtaks onderdeel van is, wordt door de coalitie opnieuw bezien. Stug doorgaan was, ongetwijfeld na het weerwerk van D66 en de CU, blijkbaar toch geen optie meer.
Rutte moet nu kiezen. Of inderdaad het verlagen van de vennootschapsbelasting, de lastenverlichting voor het mkb, kortom het hele belastingplan 2019 heroverwegen. Of alleen snel besluiten de dividendtaks toch te handhaven en met vier regeringspartijen te overleggen over het extraatje van 2 miljard dat dan vrijvalt. Doet hij het laatste, dan wordt de aantijging dat het hem enkel was begonnen om het naar Nederland lokken van Unilever erg moeilijk te weerspreken. Met vier partijen gaan bakkeleien over allerlei nieuwe bestedingsopties is bovendien niet zonder risico. Dat kan zomaar uitmonden in een moeizaam: „Als jij dit krijgt, wil ik dat.”
Ruttes optreden rond dit dossier voedt het Haags gefluister dat hij zijn houdbaarheidsdatum nadert, na acht moordende jaren in het Torentje. Immers, waarom trok de zo om zijn intuïtie geroemde premier de stekker niet eerder uit het omstreden plan?
„Mijn uitleg over de dividendbelasting verloopt tot nu toe nog niet erg briljant”, zo besloot Rutte zijn wekelijkse perspraatje. Hij lachte, maar de zelfverzekerdheid spatte er niet meer vanaf.