Met zijn harde aanpak van de Palestijnen helpt Trump ook Israël niet
De Amerikaanse president Trump vergroot de druk op de Palestijnen. Maar wat hij doet is riskant. Hij maakt niet alleen slachtoffers onder de Palestijnen, ook Israël betaalt mogelijk een zware prijs.
Waar Trump blijkbaar in gelooft, is dat als slaan niet helpt, harder slaan nodig is. Hij wil de Palestijnen dwingen terug te keren naar het gesprek met Trumps afgezanten. Die hoeven niet meer in Ramallah aan te komen met de „deal van de eeuw”, zoals de Amerikaanse president dat noemt. Wat hij bedoelt is een vredesplan dat het Israëlisch-Palestijnse conflict voorgoed uit de wereld helpt.
Maar toen Trump eind vorig jaar Jeruzalem erkende als hoofdstad en in mei de Amerikaanse ambassade verplaatste van Tel Aviv naar Jeruzalem, verspeelde hij het vertrouwen.
De lijst van maatregelen die Trump nam is lang. Het gaat niet alleen om Jeruzalem. Ook over de tweestatenoplossing praat hij niet meer. Kritiek op de nederzettingen is van de baan. Amerikaanse subsidies aan de Palestijnse Autoriteit zijn ingetrokken omdat die terroristen beloont. Subsidies aan de VN-hulporganisatie voor Palestijnse vluchtelingen, UNRWA, die onderwijs en voedsel geeft, zijn stopgezet. Fondsen voor de behandeling van Palestijnse patiënten in Oost-Jeruzalem zijn ingetrokken. Ook organisaties die vrede tussen Israëliërs en Palestijnen bevorderen, kunnen naar hun dollars fluiten.
De regering van premier Netanyahu en haar aanhangers lijken enthousiast over Trump. Maar ze vergissen zich. De druk verder opvoeren kan zomaar leiden tot escalatie. Jongeren kunnen een derde intifada starten. Daar zijn grote gevaren aan verbonden voor Palestijnse én Israëlische burgers. Zo kunnen Israëliërs weer de dupe worden van terreuraanvallen, en Palestijnen het slachtoffer van stappen die het Israëlische leger neemt om de opstand de kop in te drukken. Een nieuwe intifada vergroot ook de haat en het wantrouwen aan beide kanten.
En als de Palestijnse Autoriteit in elkaar zakt onder druk van Trump? Dan is Hamas graag bereid de macht in de Palestijnse enclaves over te nemen. Langs die weg kunnen fundamentalistische moslims hun terreurcampagne tegen Israëlische burgers aanzienlijk beter uitvoeren. Dat kan er dan toe leiden dat het leger de Palestijnse bevolkingscentra weer moet bezetten. Israëlische veiligheidstroepen –die nu samenwerken met hun Palestijnse collega’s– zullen dan weer tegenover een geduchte vijand staan. Bovendien krijgt Israël dan weer de verantwoording voor het welzijn van meer dan 2 miljoen Palestijnse burgers.
Zorgelijk is ook dit: Trump zal een keer als president aftreden. Wat als de Democraten straks weer de meerderheid in het Congres hebben en de president leveren? De kloof tussen Israël en de belangrijkste bondgenoot –Amerika– zal dan blijken te zijn vergroot. Israël heeft er belang bij om goede relaties op te bouwen met álle partijen in de VS, niet alleen met de Republikeinen van Trump.
Straks zal ook blijken dat de geschilpunten tussen Israël en de Palestijnen die de Amerikaanse president „van tafel heeft geveegd”, helemaal niet verdwenen zijn.
Uit Trumps uitspraak blijkt dat hij geen enkel besef heeft van de beperkingen van macht, ook die van een president. Geschillen kunnen enkel worden opgelost door moeizame bilaterale onderhandelingen en pijnlijke compromissen. Daar kan een –let wel, neutrále– derde partij hooguit bij bemiddelen.