Jurist pleit voor nieuwe gedragscode Tweede Kamer
Het zou wenselijk zijn als Eerste en Tweede Kamerleden zich moeten houden aan een gedragscode die belangenverstrengeling voorkomt.
Daarvoor pleitte hoogleraar staatsrecht Paul Bovend’Eert (Radboud Universiteit Nijmegen) maandag in de nieuwsbrief van het Montesquieu Instituut.
Aanleiding voor zijn pleidooi is de ophef rond VVD-Tweede Kamerlid en pandjesbaas Van Haga, die er als verhuurder van werd beschuldigd bepaalde regels niet tijdig te hebben nageleefd. De VVD-top moest deze kwestie omzichtig benaderen: Van Haga wegsturen, betekent dat de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie in de Tweede Kamer haar meerderheid verliest.
Uiteindelijk bepaalde de integriteitscommissie van de partij dat het Kamerlid mocht aanblijven, mits hij zijn zakelijke belangen op afstand zou plaatsen. Dat kan door ze onder te brengen in een stichting die door een buitenstaander wordt bestuurd.
„Opmerkelijk en eigenlijk niet goed te begrijpen”, oordeelt Bovend’Eert over de maatregel die Van Haga kreeg opgelegd, omdat voor het verbieden of beperken van zakelijke belangen voor Kamerleden ieder wettelijk of reglementair voorschrift ontbreekt. Partijverplichtingen tot het op afstand plaatsen van zakelijke belangen zijn volgens de jurist niet goed te rijmen „met de constitutionele positie van Kamerleden.”
Of de Tweede Kamer nu met spoed moet zorgen dat zo’n plicht er alsnog komt, is volgens Bovend’Eert twijfelachtig en zeer de vraag. Belangrijker is volgens hem dat er eerst een uitgewerkte gedragscode komt voor Kamerleden die belangenverstrengeling tegengaat.
Zo’n code zou volgens de staatrechtsjurist stringente regels moeten bevatten voor het aanvaarden van giften en het reizen op kosten van derden. Ook wil hij dat de code de volledige registratie van financiële belangen van Kamerleden (en hun familieleden) regelt, inclusief de controle daarop.