Kerk & religie

Offer noodzakelijk

Psalm 110:4b

31 July 2018 11:32Gewijzigd op 17 November 2020 04:23

„Gij zijt Priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek.”

Over het priesterschap zegt de apostel Paulus: „Want een iegelijk hogepriester wordt gesteld om gaven en slachtofferen te offeren; waarom het noodzakelijk was dat ook Deze wat had dat Hij zou offeren” (Hebreeën 8:3). Onmiddellijk na de zondeval zien we dat de Bijbel offeranden beschrijft als de enige welgevallige manier om God te aanbidden. En omdat er geen aanwijzingen zijn dat de natuur wijst op de noodzaak van offers, moet de instelling ervan een goddelijke oorsprong hebben. Bovendien: waar anders is de instelling van de offers te plaatsen dan in het paradijs, na de val? Waarom anders maakte de Heere God „rokken van vellen” om onze eerste ouders mee te bekleden? Was het niet om hun de noodzakelijkheid en de natuur te tonen van de bekleding van Zijn toorn door de gerechtigheid van Zijn dierbare Zoon? Pas na de zondvloed werd het de mens toegestaan om vlees te eten. Waarvoor anders dan voor offers werden voordien dieren gedood? We lezen dat Abel de eerstelingen van zijn kudde en het vet ervan offert. Het vet was dat deel van het offer dat altijd op het altaar verbrand werd. Dit offer van Abel was niet slechts een offer van dankbaarheid, maar een werkelijk slachtoffer. Dat wordt duidelijk uit de woorden van de apostel: „Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kaïn” (Hebreeën 11:4).

J. C. Philpot, predikant te Stamford

(”Jezus, als de grote Hogepriester van het huis Gods”, 1862)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer