Urker dominee Van Zanden vertrekt naar zee
De Noordzeevisserij is regelmatig in het nieuws. Maar hoe gaat het er nu eigenlijk aan toe op een kotter? Ds. G. van Zanden, gereformeerd predikant in Urk, verwisselt zijn ambtskleding deze week voor het werkgoed van een visserman. Hij vaart mee op de UK 189 en doet verslag van zijn belevenissen.
Bij mijn weten is Urk het enige dorp in Nederland dat vrijwel volledig leeft van de visserij. Honderden Urker mannen varen op de vloot. Daarnaast is een groot deel van de beroepsbevolking werkzaam in de visverwerkende industrie. Anderen trekken met hun viskraam het land in.
Als je predikant wordt in Urk, moet je leren wat het betekent om zo nauw verbonden te zijn met de zee. Die bijzondere levenswijze werkt namelijk niet alleen door in het gewone dagelijkse leven, maar ook in de geloofsbeleving. Het kinderlied leert: ”Wie nog nooit gevaren heeft, weet niet hoe een zeeman leeft” – en zo is het ook. Nadat een predikant in Urk is bevestigd, duurt het meestal niet lang voordat een ouderling vraagt: „Nou, dominee, wanneer gaat u een weekje mee?”
In de loop der jaren heeft een heel aantal predikanten het erop gewaagd. Vorige zomer, toen ik nog maar een paar weken als predikant verbonden was aan de gereformeerde kerk ter plaatse, heb ik mij voor het eerst ingescheept. Deze week vaar ik mee met een andere kotter, de UK 189 van schipper Cornelis de Vries.
Als je in Urk in de nacht van zondag op maandag wat langer opblijft, hoor je in het holst van de nacht overal portieren van ”kotterbusjes” geopend en dichtgeslagen worden. De werkweek van een visserman begint zodra de rustdag voorbij is. De bemanning vertrekt dan naar een haven aan de Noordzee.
De tijd ligt ver achter ons dat Urker vrouwen op de kade hun mannen stonden uit te zwaaien. Tegenwoordig wordt er ook vanaf zee doordeweeks druk geappt en soms gebeld met het thuisfront. Toch is het elke maandag een beetje spannend. Je weet tenslotte niet hoe de week verlopen zal. Of je een behouden vaart mag hebben. Man en vrouw nemen afscheid van elkaar, in de hoop elkaar vijf dagen later weer terug te zien. Veel vissermannen brengen op zondagavond ook nog een bezoek aan hun moeder, om haar ”genacht” te wensen.
Wij rijden deze maandag naar Denemarken, waar de UK 189 in een haven ligt. Na aankomst wordt de proviand ingeladen. Voordat de motor gaat draaien, leest de schipper een hoofdstuk uit de Bijbel en gaat hij ons voor in gebed. We bidden om bewaring, een behouden vaart en een goede vangst.