De maatregelen zijn bedoeld om van Nederland een zogeheten circulaire economie te maken, een land waar alle afvalstoffen worden hergebruikt.

Van Veldhoven sluit op korte termijn een ‘Betonakkoord’ met de opdrachtgevers, betonproducenten en makers. Daarin wil ze afspreken dat over twaalf jaar al het sloopbeton weer in de cementmolen beland. Dat recyclen van beton mogelijk is, is nog maar pas ontdekt. Het scheelt veel nieuw cement, en daarmee een hoop CO2.

In het spoor van de Europese Commissie wil de staatssecretaris ook af van wegwerpplastic. Ze hoopt Brussel, dat voor het aangekondigde verbod nog wel een paar jaar nodig heeft, voor te zijn. Dat kan door volgend jaar met een ‘Plasticpact’ de industrie vast te bewegen om over te gaan op afbreekbaar materiaal, dat niet tot in de eeuwigheid in de natuur blijft rondzwerven.

Om van elke afvalstof voortaan weer een grondstof te kunnen maken, hebben de ontwerpers van spullen een vooruitziende blik nodig, denkt Van Veldhoven. Zij moeten er al bij het ontwerpen rekening mee houden dat alle bestanddelen van het eindproduct weer een nieuw leven moeten kunnen krijgen. Ontwerpers in spe leren dat ‘circulaire ontwerpen’ in het vervolg op school.

De staatssecretaris wil niet of moeilijk te recyclen spullen verder minder aantrekkelijk maken. De makers ervan moeten meer gaan betalen voor de inzameling van afval.

Ook moet de overheid het goede voorbeeld gaan geven. In 2030 is een flink deel van alle overheidsopdrachten al circulair. En het kabinet wil goede ‘kringloopideeën’ financieel steunen.