Met een stemverhouding van vijf tegen vier maakten de opperrechters een uitspraak van een lagere rechter in de staat Californië ongedaan waardoor prolifecentra die weigerden te informeren over zwangerschapsafbreking, hun licentie verliezen. Bovendien kunnen ze volgens de Californische regelgeving per dag een boete van 1000 dollar krijgen als ze weigeren hun patiënten te informeren over abortusklinieken.

Het federale hooggerechtshof in Washington beschouwt de verplichting tot het geven van informatie in strijd met de vrijheid van meningsuiting. Opperrechter Anthony Kennedy noemde de wettelijke bepaling van de staat Californië „een dwangmaatregel die ernstig in strijd is met de grondwet.” In de toelichting op de uitspraak die hij namens de meerderheid schreef, stelt Kennedy dat de Californische staat „het recht tot het verlenen van een licentie niet mag gebruiken om een bepaalde visie op te leggen die strijdt met het geweten van de eigenaren van een prolife-instantie”.

Prolifeorganisaties in de VS zijn opgetogen over de uitspraak. Russell Moore, de voorzitter van de ethische commissie van de Zuidelijke Baptisten, stelt dat het hof nu onomstotelijk heeft vastgesteld dat de staat prolifeorganisaties niet kan dwingen om hoe dan ook mee te werken aan abortus.

Instanties die het recht op abortus provocatus verdedigen, zijn furieus. Abortuskoepel Planned Parenthood sprak van een overwinning voor de „nepbehandelcentra voor zwangere vrouwen.”