Buitenland

Even leek het bevrijdingsdag in Afghanistan

Een bestand in het door oorlog verscheurde Afghanistan liep uit op een feest van verbroedering tussen talibanstrijders, soldaten en burgers. Sommigen durven het sindsdien te hopen: de geest van vrede is na veertig jaar oorlog uit de fles.

21 June 2018 19:23Gewijzigd op 17 November 2020 04:12
Een vredesstoet van Afghaanse burgers kwam na een tocht van 40 dagen aan in de Afghaanse hoofdstad Kabul. De groep protesteerde tegen het zich voortslepende geweld in hun land.  beeld EPA, Hedayatullah Amid
Een vredesstoet van Afghaanse burgers kwam na een tocht van 40 dagen aan in de Afghaanse hoofdstad Kabul. De groep protesteerde tegen het zich voortslepende geweld in hun land. beeld EPA, Hedayatullah Amid

Na bijna veertig jaar onafgebroken oorlog lijkt er iets ten goede te veranderen in Afghanistan.

Dat werd duidelijk door wat er gebeurde tijdens de viering van het Suikerfeest, gehouden ter gelegenheid van het einde van de ramadan. De centrale regering in Kabul stelde voor om het feest te vieren met een staakt-het-vuren. President Ghani kondigde daarop eenzijdig een bestand af dat zou duren van 12 tot 19 juni.

Ook de buitenlandse troepen in Afghanistan deden mee. Zo zegde de Amerikaanse generaal John Nicholson toe dat enkel nog strijders van al-Qaida en die van Islamitische Staat (IS, zo’n 4000 man) zouden worden aangevallen, en geen talibanstrijders. Nicholson is bevelhebber van de manschappen achter missie “Resolute Support”.

Daarop kwamen de taliban met een eigen bestand dat drie dagen zou duren. Hun imago was in het geding: de taliban zouden geen goede sier maken als ze door zouden vechten tijdens een religieus feest.

Selfies

Wat vervolgens gebeurde was bijzonder. Over en weer betraden talibanstrijders en regeringssoldaten elkaars bolwerken en veroverde gebieden, vielen elkaar om de hals en vierden gezamenlijk feest, ook met burgers. Talibanstrijders namen de kans waar om familie en vrienden te bezoeken die ze in jaren niet hadden gezien. Uitvoerig werden er selfies gemaakt van strijders en voor-even-geen vijandelijke regeringssoldaten. In moskeeën baden talibanstrijders en burgers met elkaar. Drie dagen leek het alsof er definitief vrede was gekomen in Afghanistan en dat bewoners bevrijdingsdag vierden: het einde van een bloedige en ontwrichtende oorlog die nu al bijna veertig jaar duurt.

Tijdens het bestand waren er wel twee bloedige aanslagen, beide in Jalalabad. Bij de eerste aanslag kwamen 36 mensen om het leven; er vielen veel gewonden. Een dag later ging er een bom gaf bij een regeringsgebouw: zeker achttien mensen stierven.

Toch hielden de twee staakt-het-vurens (die van de regering en die van de taliban) stand en op 16 juni kondigde president Ghani aan dat het bestand tot 20 juni zou worden verlengd. Hij riep de taliban op om dat ook te doen. Die verwierpen de oproep. Op 18 juni werden er alweer aanvallen van talibanstrijders gemeld.

Volgens de krant The Guardian voelden de talibanleiders zich hoogst ongelukkig met het uit de hand gelopen vredesfeestje – waaraan hun strijders enthousiast meededen. Vooral de ‘haviken’ binnen de taliban, onder wie moellah Yaqoob, zoon van de hoogste leider moellah Omar, was zeer ontstemd. In een radioboodschap liet hij weten geen toestemming te hebben gegeven voor het zich begeven van strijders onder de regeringssoldaten.

Een van die strijders was de 22-jarige Muhammadullah – hij wordt geciteerd in The Guardian. „Ik en duizenden andere Afghaanse taliban wilden maar wát graag dat het bestand werd verlengd. (…) Ik trok de stad in, ging er naar de moskee en zag met eigen ogen dat er niets in strijd was met de regels van de islam (zoals de taliban altijd beweren, AJ) „Na deze drie zoete dagen van vrede tóch weer de wapens opnemen? Dat kan ik maar moeilijk accepteren.”

Snakken naar vrede

Wat er tijdens het Suikerfeest in Afghanistan gebeurde, ondermijnt iedere partij die verder wil vechten, aldus Kate Clark, een van de directeuren van het Afghanistan Analysts Network in Kabul. En doorvechten, dat wíllen de taliban, omdat ze zichzelf als de winnende partij zien. „Nu de bevolking massaal te kennen heeft gegeven de oorlog moe te zijn en dat ze snakt naar vrede, kun je je als strijdende partij enkel hoogst impopulair maken door te blijven hameren op oorlog.”

Menselijk contact

Wat het feestelijke bestand mogelijk maakte was menselijk contact tussen gezworen vijanden. Clark: „Na zo’n massale verbroedering zou het weleens lastiger kunnen zijn voor Afghaanse strijders en soldaten elkaar te doden. Ze hebben met elkaar gebeden in de moskee, en dan moet ze elkaar weer als afvallige moslims wegzetten?” De vredessfeer werd deze week nog eens versterkt door de aankomst in Kabul van een groep vredesactivisten uit Helmand, daarbij toegejuicht door publiek langs de weg. Het betrof een spontane actie van burgers die een tocht van 700 kilometer maakten –vaak in een verzengende hitte van 40 graden– om, zoals ze het zelf zeiden „de dorst naar vrede onder burgers” overal kenbaar te maken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer