Een warboel van roze briefjes met ideeën tooit het werkvel van groep 12 in de hal van de Christelijke Hogeschool Ede. Net als twintig andere groepjes proberen de zeven groepsleden een creatief initiatief uit te werken. ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik kan dat in een nota voor landbouwminister en partijgenote Carola Schouten opnemen.

De 21 groepjes houden zich met drie thema’s bezig: ”Weet wat er op je bord ligt”, ”Voedsel dichtbij” en ”Voedselverspilling”.

„Het mannenvlees is een probleem”, zegt Hans Huijbers vlak voordat hij zijn groepje voortijdig verlaat. De voorman van boerenbond ZLTO doelt op het vlees van mannelijke dieren. Bokjes leveren de boer niets op en bepaalde haantjes worden dierentuinvoer.

De zes overgebleven groepsleden combineren het probleem ”mannenvlees” met de ideeën ”Restaurant bij een boerderij” van voedseldeskundige Corné van Dooren en ”Kookworkshop bij een boerderij” van kinderwerker en bedrijfseconoom Ronald Blonk. En dat alles om het bewustzijn van de burger te vergroten dat voedsel vaak dicht bij huis wordt geproduceerd.

Hard nodig

Die bewustwording is hard nodig, zo was vrijdag de teneur van het congres Groengelovig, georganiseerd door de ChristenUnie, de ontwikkelingsorganisaties Kerk in Actie en TEAR, vakorganisatie CGMV en een aantal andere christelijke instellingen.

Martine Vonk, lector ethiek en technologie bij Hogeschool Saxion, houdt de ruim honderd boeren, burgers en buitenlui voor dat Nederlanders fors minder vlees moeten gaan eten. Op dit moment is 70 procent van de eiwitten die mensen binnenkrijgen van dierlijke oorsprong en slechts 30 procent van plantaardige origine. „Dit moet naar de verhouding 40 dierlijk-60 plantaardig. Dat kan; het is een kwestie van gewenning, want in de jaren 60 was de verhouding 50-50.”

Meer plantaardig voedsel eten houdt niet in dat de consument helemaal geen vlees meer eet, aldus Vonk. „Maar áls je vlees koopt, kies dan voor duurzaam vlees.”

De bewustwording rond duurzaam geproduceerd voedsel is toegenomen, constateert de lector, maar „er moet nog een slag worden gemaakt naar het doen.”

Ook zouden kerken volgens haar duurzaamheid van voedsel vaker op de agenda moeten zetten, ook in de kerkdiensten. „Theologie is verbonden met de natuur. De Bijbel gaat over de hele schepping. Duurzaamheid is een normaal onderdeel van de christelijke leefstijl. Bij de kerken moeten het niet alleen over de ziel gaan, maar ook over duurzaamheid. Natuurlijk!”

Directeur Mark van den Tweel van Natuurmonumenten pleit voor samenwerking tussen boeren en natuurbeschermers, en voor een hogere betaling van agrariërs. „Slechts 11 procent van ons inkomen gaat naar voedsel, terwijl het aanbod en de variatie nog nooit zo groot is geweest. Daar wringt iets.”

Hans Huijbers van ZLTO omarmde het voorstel voor samenwerking tussen boeren en natuurbeschermers, maar niet de bevoogdende houding. „U communiceert niet met mij; u veroordeelt mij.”

Hij schetste het probleem dat de boer enerzijds als een ondernemer wordt gezien, terwijl hij anderzijds aan allerlei regels is gebonden, terwijl de natuurbeschermers over zijn schouder willen meebeslissen in „de duizenden dilemma’s waar ik voor kom te staan. Kunt u het beter?”

Groep 12 heeft inmiddels Huijbers’ idee voor gebruik van mannelijk dierenvlees omgezet in het concrete plan voor een boerderijrestaurant: ”Bok in de pot”. Dat moet in april 2020 opengaan en burgers uit verstedelijkte gebieden laten kennismaken met het koken van groenten uit de regio en het bereiden van bokkenvlees in een workshop.

Jury

Corné van Dooren presenteert zijn idee ”Bok in de pot”. Hij wint met zeven stemmen de voorronde ”Voedsel dichtbij”. De jury, met onder anderen CU-Kamerlid Carla Dik, laat het idee winnen, vanwege de oplossing van het mannenvleesprobleem in combinatie met voorlichting. Net als een klimaatsbewustheidslabel en een tv-programma over duurzaam voedsel komen deze ideeën in de nota voor minister Schouten terecht.