Minder sterfte na nieuwe behandeling verwijde buikslagader
Patiënten die via de lies een prothese in een verwijde buikslagader geplaatst krijgen, overlijden minder vaak aan deze ingreep dan mensen die met een open buikoperatie worden geholpen. Ook het aantal complicaties na de liesoperatie is beduidend minder.
Dat blijkt uit een onderzoek dat onder leiding van vaatchirurg dr. J. Blankensteijn van het Universitair Medisch Centrum St. Radboud (UMC) in Nijmegen is uitgevoerd. Aan het onderzoek deden 351 patienten uit België en Nederland mee.
Alle patiënten konden zowel met de nieuwe techniek als met een klassieke operatie worden geholpen. Het lot bepaalde op welke wijze de chirurg ingreep. Wat de resultaten van de nieuwe techniek op de lange termijn zijn, moet nog uit onderzoek blijken.
Een verwijde buikslagader, ofwel buikaneurysma, is een kwaal waaraan vooral mannen boven de 65 jaar lijden. De oorzaak is artherosclerose, waardoor de rek uit de vaatwand verdwijnt. Patiënten merken niets van het aneurysma totdat de slagader plotsklaps scheurt. Dat is volgens een woordvoerster van het UMC een dramatische gebeurtenis, waaraan 80 procent van de mensen die het overkomt, overlijdt.
Als de verwijde buikslagder op tijd wordt ontdekt, is een operatie mogelijk. De chirurg plaatst dan een prothese in de aorta. De open buikoperatie is echter een zeer zware ingreep, die ook erg belastend is voor hart en nieren. Lang niet alle patiënten overleven deze operatie.
De nieuwe liesoperatie blijkt aanzienlijk meer levens te redden. De chirurg maakt een kleine snee in de lies en schuift vervolgens de prothese via de liesslagader omhoog naar het aneurysma. De plaats en de grootte van het aneurysma bepalen of de nieuwe techniek mogelijk is.