Gezondheid reden voor uitsluiting
Niet een laag inkomen maar een slechte gezondheid vormt het grootste risico voor sociale uitsluiting. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) constateert dat in een studie die maandag is gepubliceerd. Deze is gebaseerd op enquêtes die vorig jaar zijn gehouden onder 860 huishoudens.
Uit het onderzoek komt naar voren dat een op de tien Nederlanders te maken heeft met een vorm van sociale uitsluiting. Zij hebben slechts een beperkt informeel sociaal netwerk. Ook heeft 10 procent voortdurend financiële zorgen.
Bij de belangrijkste risicogroepen zijn de percentages aanzienlijk hoger. Deze risicogroepen zijn: alleenstaande ouders, uitkeringsontvangers, mensen die werkloos zijn geweest, niet-westerse allochtonen en mensen die de Nederlandse taal niet goed beheersen. Vrouwen en ouderen vormen als zodanig geen risicogroep.
Van de alleenstaande ouders heeft 36 procent een tekort aan sociale contacten, heeft een op de drie voortdurend zorgen over de financiële situatie en heeft een kwart minimaal één betalingsachterstand. Van gezinnen met kinderen onder het minimumniveau, meestal eenoudergezinnen, zegt de helft te weinig geld te hebben om regelmatig nieuwe kleren te kopen voor de kinderen. In 36 procent van deze gezinnen is er geen geld om kinderen lid te laten worden van een sportclub of een andere vereniging.
In het overheidsbeleid voor de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting ligt de nadruk vooral op het hebben van betaald werk of een inkomen. Het SCP pleit voor meer aandacht voor de verbetering van de gezondheid, ook op psychisch vlak.
Volgens staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken zijn werk en scholing de beste remedie tegen armoede en sociale uitsluiting. Maar voor sommigen is dat een te grote stap. Daklozen, thuislozen, verslaafden of mensen met psychische stoornissen kunnen zo’n stap niet in één keer maken. Dat zei Van Hoof vandaag in Rotterdam tijdens een EU-conferentie over de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.
De staatssecretaris stelt dat voor hulp aan de meest kwetsbare groepen sociale activiteiten in de maatschappij essentieel zijn. Eerst moet zorg worden geboden, moeten levens weer op orde worden gebracht en basale maatschappelijke vaardigheden worden bijgebracht voordat de stap naar werk en scholing kan worden gemaakt.
Zo’n aanpak heeft volgens Van Hoof alleen kans van slagen als er wordt samengewerkt op lokaal niveau; tussen gemeenten, zorginstellingen, woningcorporaties en dergelijke.
Maar nog belangrijker dan het bestrijden van armoede is het voorkomen ervan, aldus Van Hoof. Hij citeerde uit de studie van het SCP, waaruit blijkt dat het hebben van een uitkering als zodanig al een oorzaak is van armoede en sociale uitsluiting. De overheid moet daarom zorgen voor een activerend stelsel van sociale zekerheid, dat mensen aanspoort snel weer aan de slag te gaan, betoogde de staatssecretaris.