Buitenland

Straffeloosheid in Papoea geeft politie en leger er de vrije hand

Massale arrestaties, marteling en intimidaties. Het is de praktijk in de Indonesische provincie Papoea, maar vrijwel onbekend.

22 February 2018 19:10Gewijzigd op 17 November 2020 03:25
Drie Papoea-jongens kijken toe hoe een Indonesische legerhelikopter landt in Asmat. Daar brak eind vorige maand een dodelijke mazelen-epidemie uit.  beeld AFP,  Bay Ismoyo
Drie Papoea-jongens kijken toe hoe een Indonesische legerhelikopter landt in Asmat. Daar brak eind vorige maand een dodelijke mazelen-epidemie uit. beeld AFP, Bay Ismoyo

Op 8 februari liet de Tweede Kamer aan toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Zijlstra weten bezorgd te zijn over de onderdrukking van de Papoeabevolking in Indonesië. De SGP stelde met steun van acht andere partijen vragen aan de minister. Vooral de mensenrechtenschendingen door leger en politie en het gebrek aan persvrijheid in de regio baarden de Kamer zorgen.

Die speciale aandacht voor de rol van de politie had een reden. Nederland steunt sinds 2013 een politietrainingsmissie in Papoea. Maar liefst 5,1 miljoen euro is er uitgetrokken om 5400 politiemensen in Papoea (en de Molukken) te leren samenwerken met de bevolking in plaats van die te onderdrukken.

De missie is in de ogen van sommigen omstreden omdat het Indonesische bestuur over Papoea sowieso niet deugt. Het Nederlandse koloniale gebied dat ooit Nederlands-Nieuw-Guinea heette, werd in 1962 overgedragen aan Indonesië, dat zich al in 1949 onafhankelijk van Nederland had verklaard. Indonesië lijfde Papoea na een uiterst dubieus verlopen volksraadpleging in als nieuwe Indonesische provincie.

Afgezien van die onwettige procedure rond de overdracht is Papoea etnisch, religieus en cultureel volstrekt anders dan de rest van Indonesië. Daar maken islamitische Javanen de dienst uit; in Papoea heeft het christelijk geloof zich verspreid.

Papoea’s ervaren tot op de dag van vandaag het Javaanse bestuur als een regelrechte bezetting door een vreemde macht; en vanuit de Indonesische hoofdstad Jakarta doet men er alles aan om die onvrede in stand te houden – de training van politieagenten door Nederlanders ten spijt.

Gewapend verzet tegen de Indonesische bezetters lijkt zijn langste tijd te hebben gehad. Onderlinge verdeeldheid en versplintering hebben de militante bewegingen machteloos gemaakt. Zo vreemd is dat niet in een regio die 312 verschillende stammen telt en evenzoveel talen.

Daartegenover staat een bezetter die van Papoea nog net geen kazerne heeft gemaakt: in het gebied is er sprake van grootschalige militarisering van de samenleving, waar leger, politie en veiligheidsdiensten grote bevoegdheden hebben. Het zijn ook ongecontroleerde bevoegdheden: een centrale term in veel rapporten over Papoea is ”straffeloosheid” (”impunity”). Wangedrag van militairen en politie blijft veelal ongestraft en verdwijnt in de doofpot.

Behalve van militarisering is er ook sprake van javanisering en islamisering: de toestroom van immigranten uit Java, maar ook uit andere delen van de archipel, houdt maar niet op en dreigt de Papoea’s tot vreemdelingen in hun eigen land te maken. Van de 3,5 miljoen inwoners van Papoea komt bijna de helft –1,7 miljoen– van buiten. Het merendeel van hen is moslim.

De marginalisering van Papoea’s gebeurt ook door grootschalige investeringen in mijnbouw en oliepalmplantages. Daardoor wordt het oorspronkelijk leefgebied van de inheemse bevolking opgeofferd aan belangen van investeerders.

In de plannen van Jakarta (aangeduid met MP3EI) moet Papoea een nationaal productiecentrum van voedsel worden, bedoeld om ’s lands voedselveiligheid te garanderen.

Verzet tegen dit alles gebeurt nu vooral geweldloos, via demonstraties en massabijeenkomsten, maar zelfs dat wordt de Papoea’s niet gegund. In ”Human Rights in West Papua 2017”, een recent uitgebracht rapport van de Internationale Coalitie voor Papoea (ICP) doen de opstellers een boekje open over de stand van zaken als het gaat om wangedrag door militairen, politie en justitie in Papoea.

De al genoemde straffeloosheid is er ook in een ander opzicht: er kan door lokale en buitenlandse media maar moeizaam en onder grote risico’s over worden bericht.

Vrijheid van vergadering en die van meningsuiting zijn door de autoriteiten sterk aan banden gelegd. Politie en veiligheidsdiensten zetten nog altijd marteling, mishandeling en moord in bij het de kop indrukken van politieke protesten, maar evengoed bij openbare dronkenschap en kleine geweldsdelicten. Dat wijst op de vaak onprofessionele werkwijze van de politie en de veiligheidsdiensten. En rechtvaardigt dan weer wel de hulp van Nederlandse kant.

Daardoor kan ook vreedzaam politiek activisme onder de duim kan worden gehouden. De afgelopen jaren zagen een sterke stijging van het aantal politiek getinte arrestaties.

Er waren ook meer incidenten rond buitenlandse journalisten, vooral met een Papoea-afkomst. Voor mensenrechten-vertegenwoordigers vanbuiten, maar ook voor humanitaire organisaties als het Internationale Rode Kruis, blijft Papoea verboden gebied.

Zij die opkomen voor mensenrechten worden in het dagelijks leven gevolgd, bedreigd en tegengewerkt door de veiligheidsdiensten, aldus het rapport van ICP. Of ze komen op mysterieuze wijze om het leven, zoals dat gebeurde met de bekende activist Jobert Jitmau. Hij werd in mei 2016 op straat aangereden en kwam daarbij om. Met „een verkeersongeluk” als verklaring deden politie en justitie de zaak af.

De mensenrechtenorganisatie “Papua Behind Bars” (Papoea achter de tralies) meldt dat de afgelopen twee jaar 68 politieke gevangenen zijn vast gezet en daarnaast werden duizenden burgers tijdelijk opgepakt omdat ze aan demonstraties meededen of ze hielden vreedzame acties als het hijsen van de Papoea-vlag, de Morgenster.

Het aantal van zulke politiek getinte arrestaties is de afgelopen jaren verviervoudigd: van 1083 in 2015 naar 5361 in 2016. Cijfers over 2017 zijn nog niet verzameld.

In 2001 leek het er even op dat alles beter zou worden. Dat was toen de Speciale Autonomie Wet voor Papoea van kracht werd. De provincie zou als autonome regio minder last van het centrale gezag hebben. De jaren erna werd wel duidelijk dat dit een misvatting was. Zo werd Papoea als provincie in tweeën gedeeld: West-Papoea en Papoea, vermoedelijk volgens het principe “verdeel en heers”. Verder bleef de grip van leger en politie op de samenleving onverminderd sterk. Ook de immigratie werd geen halt toegeroepen.

Politie en veiligheidsdiensten zetten nog altijd marteling, mishandeling en moord in bij het de kop indrukken van politieke protesten, maar evengoed bij openbare dronkenschap en kleine geweldsdelicten. Dat laatste wijst op de vaak onprofessionele werkwijze van politie en veiligheidsdiensten.

Vanwege de decentralisering onder de autonomiewet zijn Papoea’s intussen wel meer zelf in beeld gekomen als actief betrokkenen bij het bestuur, in plaats van enkel als slachtoffers. Dat plaatje is niet verheffend: corruptie en zichzelf verrijkende ambtenaren, bestuurders en politici blijken ook onder Papoea’s veelvuldig voor te komen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer