Saudi-Arabië zet voorzichtige stappen op weg naar hervorming
Saudi-Arabië is bezig met voorzichtige hervormingen. Dat is hard nodig, zeker gezien de economische ontwikkelingen. De veranderingen moeten echter wel stapje voor stapje plaatshebben.
Studenten die aan westerse universiteiten Arabisch leren, worden al snel geconfronteerd met een dualiteit in de Arabische wereld die gebaseerd is op een woordspeling in het Arabisch.
In het Midden-Oosten zijn er enerzijds ”revolutionaire staten” (”thaurah”is revolutie) en anderzijds ”renteniersstaten” (”tharwah” is rijkdom). De laatste categorie was van toepassing op de Arabische Golfstaten en dan met name Saudi-Arabië, waar koningen de sociale en politieke rust wisten te verzekeren door hun olierijkdom te gebruiken.
In landen waar olie-inkomsten afwezig waren, volgden revoluties en militaire coups elkaar in snel tempo op.
Deze oude tweedeling in het Midden-Oosten leek nogmaals bevestigd te worden door de Arabische lente van 2011. In vrijwel alle revolutionaire staten brak opnieuw onrust uit. Daarmee vergeleken leek Saudi-Arabië een oase van stabiliteit.
Zeven jaar later echter is er een totaal ander beeld ontstaan. In landen die bekendstonden om hun revolutionaire elan lijken volkeren teleurgesteld en moegestreden. Egypte, bijvoorbeeld, bereidt zich voor op nieuwe verkiezingen waar nauwelijks iemand interesse in heeft. De herverkiezing van president Sisi staat vrijwel vast. Een historisch lage opkomst is waarschijnlijk omdat de Egyptische kiezers weten dat er feitelijk niets te kiezen valt.
In al deze landen hebben de revoluties inderdaad hun eigen kinderen opgegeten. Daardoor hebben gevoelens van malaise en wanhoop zich meester gemaakt van veel samenlevingen in het Midden-Oosten.
Het zijn vooral radicale islamitische groeperingen die hier baat bij hebben. Dat geeft reden om de toekomst met zorg tegemoet te zien.
Iedereen beseft dat er dringend iets moet veranderen. Het is opmerkelijk dat juist in het conservatieve Saudi-Arabië een wind van hervormingen is opgestoken. De drijvende kracht hierachter is de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman. Hij begreep dat zijn land het zich niet langer kon permitteren om een renteniersstaat te blijven. Lage olieprijzen en oplopende begrotingstekorten maakten dit onmogelijk.
De kroonprins koos daarom voor het Chinese model van economische liberalisering zonder politieke democratisering. Dit vereist echter tevens een mentaliteitswijziging in de Saudische maatschappij. Vooral hier is voorzichtig manoeuvreren geboden.
Toen bleek dat vijftien van de negentien daders achter de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten Saudiërs waren, kwam Riyad onder zware druk te staan om te moderniseren.
Prins Bandar bin Sultan was destijds de Saudische ambassadeur in Washington en hij vertelde in een artikel in The New York Times in november 2001 de volgende anekdote. Rond 1960 had de Perzische sjah de Saudische koning Faisal een brief geschreven waarin hij hem opriep te moderniseren, „want anders kan ik u niet garanderen dat uw troon veilig blijft.”
De Saudische kroonprins Mohammed bin Salman doet er verstandig aan om deze waarschuwing in zijn achterhoofd te houden.