Juf basisschool legt lat te hoog: nu al drie maanden thuis
Als juf legde ze de lat hoog voor zichzelf. Te hoog. Jacqueline –begin twintig– zit sinds drie maanden thuis met een burn-out en is daarmee een van de jonge vrouwen die door het werk in psychische problemen komen.
Jacqueline –niet haar echte naam– werkt sinds twee jaar op een basisschool in het midden van het land. „Vorig cursusjaar had ik een pittige groep met een paar kinderen die gedragsproblemen hadden. Dit jaar kreeg ik een groep met dertig kinderen. Van mezelf ben ik perfectionistisch en ook een doorzetter. Als ik ergens voor ga, dan moet het ook goed.”
En dus vulden de woensdagen –die contractueel vrije dagen zouden moeten zijn– zich met werk voor school. Administratie wegwerken, observatiesystemen invullen, ouderavonden voorbereiden of een cursus volgen. En ondertussen voelde ze de druk van school en ouders toenemen.
Achteraf gezien kreeg ze al wel wat signalen dat het werk haar te veel werd. „In de zomervakantie kon ik al niet tot rust komen. Terwijl ik met mijn vriend liep te winkelen in het buitenland, was ik in mijn hoofd bezig met de nieuwe klas: dit moet nog gebeuren, en dat ook nog…”
De figuurlijke druppel was het gesprek met een ouderpaar dat niet soepel verliep. Een zware hoofdpijn deed Jacqueline blokkeren. Zich ziek melden wilde ze niet, maar de directeur stuurde haar naar huis. Eerst voor twee dagen, maar na drie maanden is ze nog altijd uit de roulatie.
De jonge juf ziet nu dat ze de lat voor zichzelf te hoog legde. „Als ik gevraagd werd voor het organiseren van een professionaliseringsavond voor leerkrachten, zei alles in me: „Nee!” Maar ik deed het toch. Met het resultaat dat ik steeds prikkelbaarder werd.”
Voor hardlopen en sporten nam ze geen tijd meer. Dat was dom, ziet ze nu in. „Juist de dingen waaruit je energie haalt, moet je blijven doen. Zeker als het op het werk niet zo lekker gaat. Maar ik schoof alles aan de kant om maar met school bezig te kunnen zijn.” Het is een valkuil waar ze anderen voor wil waarschuwen. „Het klinkt logisch, maar de leuke dingen die je graag doet gaan er vaak als eerste aan.”
Nu, na drie maanden, is haar situatie iets verbeterd. Althans, als het om haar lichamelijke klachten gaat. Hoofdpijn, hyperventilatie en hoge ademhaling zijn een stuk minder. Ze ziet er ook niet meer zo moe uit. Maar juist dat heeft voor haar een enorme keerzijde. „Ik loop tegen veel onbegrip aan in mijn omgeving. Mensen begrijpen niet dat ik na drie maanden nog steeds thuiszit. Ze vinden dat ik gerust weer aan het werk kan, zeker omdat ik nog zo jong ben.”
Terwijl ze zelf ervaart juist heel hard aan het werk te zijn. Onzichtbaar, in haar hoofd. „Met hulp van een coach en een therapeut leer ik grenzen aan te geven en in mijn werk minder perfectionistisch te zijn. Dat valt niet mee.” Jacqueline vindt het ook jammer dat een burn-out gezien wordt als een psychische ziekte of zwakheid. „Terwijl iedereen het kan krijgen.”
Andere jonge mensen wil ze adviseren dicht bij zichzelf te blijven. „Wees niet bang om nee te zeggen en kijk niet naar collega’s die een leukere klas hebben. Vraag niet te veel van jezelf en gun je de tijd om te groeien in je baan.”
De werkelijke naam van Jacqueline is bij de redactie bekend.
Jonge vrouw vaak vermoeid door werk
Bijna een vijfde van de vrouwelijke werknemers van 25 tot 35 jaar had in 2016 last van psychische vermoeidheid door het werk.
Dat blijkt uit woensdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en TNO. Volgens het onderzoek voelden zij zich minstens een paar keer per maand emotioneel uitgeput door het werk, zwaar vermoeid of leeg aan het einde van de werkdag.
Van alle werknemers had bijna 15 procent last van werkgerelateerde psychische vermoeidheid of burn-outklachten. Bij vrouwen komt dat iets vaker voor dan bij mannen. Opvallend is dat alleenstaanden relatief gezien vaker last hebben van dergelijke klachten.
Vakbond CNV is verontrust door de cijfers. „De gevolgen van een burn-out op jonge leeftijd kunnen je levenslang blijven achtervolgen.”