Gezin Walinga voelt zich niet onveilig in de Schilderswijk
Sinds een jaar woont Daniëlle Walinga met haar man en vier kinderen in een nieuwbouwhuis in de Haagse Schilderswijk. Onveilig voelt ze zich niet. „Ik herken mij niet altijd in negatieve berichtgeving over onze wijk.”
Op het schoolplein schuin tegenover het huis van de familie Walinga spelen vooral donkergekleurde kindjes. Maar bij het gezin thuis loopt een klein, blond jongetje rond. Zijn zusjes zitten op de Tamarschool, een school met de Bijbel waar kinderen van verschillende culturele afkomsten onderwijs krijgen. De kleine Thije (2) eet zijn stukjes appel en stapt intussen vrolijk rond.
Zijn moeder, Daniëlle (36), maakt het zich gemakkelijk met een kop thee. De doorsneeberichtgeving over de Schilderswijk is eenzijdig, vindt ze. „Het is leuk wonen hier. Toen er in november rellen waren, zagen we de ochtend erna wel dat een bushokje er niet meer uitzag zoals voorheen, maar we hadden er geen last van. Mijn moeder belde toen even om te vragen of het goed met ons ging. Kleine criminaliteit kom ik wel tegen, zoals blowende hangjongeren.”
Als kind groeide Daniëlle op in Almelo, haar man woont sinds zijn studietijd in Den Haag. Na hun trouwen besloten ze samen in de hofstad te gaan wonen. „We huurden altijd, maar we wilden graag een huis kopen in Den Haag. We zijn van plan hier nog een tijd te blijven.”
Het gezin, vader en moeder Walinga, dochters Vere (10), Marit (7), Elin (5) en zoontje Thije, koos er bewust voor om in de Schilderswijk een woning te zoeken. „We voelden dat God ons daarnaartoe leidde.” Nu wonen ze in de wijk waar ook de Nederlands gereformeerde Havenkerk staat, waarbij ze al jaren zijn aangesloten.
Contact
De familie Walinga is het enige Nederlandse gezin in de nieuwbouwwijk in de Schildersbuurt-West. Dat vindt Daniëlle niet altijd leuk: „Ik ben echt die Hollander.” Het contact met haar buurtgenoten, met name Turken, is goed. De kinderen spelen samen en Daniëlle is altijd welkom op de thee. „De mensen zijn erg gastvrij. Als ik aanbel bij de buurvrouw, kan ik gerust een kopje thee blijven drinken.” Staat Daniëlles huis ook open voor buren die graag een kopje thee drinken? Lachend: „Ja, dat kan hier ook.”
Cultuurverschillen blijken onder andere in het huishouden. „Als ik op bezoek ga bij een buurvrouw valt het mij op dat ik nooit ergens speelgoed zie liggen. Ook is het altijd heel schoon in huis. Dat de buurkinderen bij ons in de zandbank spelen, vinden niet alle ouders leuk.”
Naast de zorg voor de kinderen is Daniëlle als pastoraal werker actief voor de Havenkerk. Ze gaat op bezoek bij buurtbewoners die een gesprekje kunnen gebruiken. „Er is veel eenzaamheid in de wijk. Niet alleen bij ouderen, ik kom ook eenzame mensen van mijn leeftijd tegen.”
Niet altijd zitten deze mensen op haar komst te wachten. Zo was niet iedereen enthousiast toen Daniëlle een maatjesproject in de wijk opzette. „Sommigen zijn wel eenzaam, maar vinden het eng als die situatie verandert. Gekoppeld worden aan een maatje om de eenzaamheid tegen te gaan, is voor hen een grote stap.”
Haar missie in de wijk is duidelijk. „Ik wil niet iedereen over Jezus vertellen, maar ik wil vooral door mijn persoonlijkheid laten zien Wie God is.” Sommige buurtgenoten hebben een negatief beeld van Nederlanders. Dat probeert Daniëlle recht te zetten door op een normale manier met hen om te gaan. „„Maar jij bent anders”, zeggen ze dan.”
Dat het gezin christelijk is, vinden de buren niet vreemd. Ze weten wat geloven inhoudt. „Mijn dochter en een vriendinnetje spelen doordeweeks weleens samen, maar in het weekend is het meisje helemaal gesluierd. Dat kennen wij niet.” Tijdens de ramadan, de vastenmaand, zijn de verschillen in cultuur ook duidelijk merkbaar. „Er heerst een andere sfeer op straat. De buurvrouwen houden mij dan meer op afstand. Sowieso slapen ze overdag veel en kost het bidden tijd. Ik word dan in ieder geval niet op de thee uitgenodigd.”
Kerk
De familie Walinga gaat graag naar hun kerk. Ze bezoeken niet alleen de zondagse dienst, ook doordeweeks zijn ze betrokken bij activiteiten. „Sommige buurtgenoten komen alleen op dinsdagavond naar de maaltijd. Vraag je hun: „Hoor je bij een kerk?” dan zeggen ze: „Ja, natuurlijk. Ik ga iedere dinsdag.” Als kind ging ik naar een traditionele gemeente, maar ik heb geleerd dat kerk-zijn meer is dan alleen op zondag de dienst bezoeken.” Vinden Daniëlle en haar man het niet lastig om hun kinderen op te voeden in zo’n gemengde wijk? „In de kerk en op school krijgen ze veel mee. Ik denk niet dat wij meer dan anderen aan huisgodsdienst doen.”