Christenvervolging

Egyptische broers vermoord door IS-strijders

Vader Mahrous El Saied is verdrietig, maar tegelijkertijd trots op zijn zonen Georges (24) en Kerelos (18). De broers weigerden hun geloof af te zweren. Ze werden daarop vermoord door IS-strijders.

Richard Groenenboom
2 December 2017 09:54Gewijzigd op 17 November 2020 02:56
Vader Mahrous El Saied (in witte kleding) en zijn vrouw Amalia zijn verdrietig, maar tegelijkertijd trots op hun zonen Georges (24) en Kerelos (18). De broers weigerden hun geloof af te zweren. Ze werden daarop vermoord door IS-strijders. beeld SDOK
Vader Mahrous El Saied (in witte kleding) en zijn vrouw Amalia zijn verdrietig, maar tegelijkertijd trots op hun zonen Georges (24) en Kerelos (18). De broers weigerden hun geloof af te zweren. Ze werden daarop vermoord door IS-strijders. beeld SDOK

Bij binnenkomst in het ouderlijk huis laten Mahrous en zijn vrouw Amalia meteen de slaapkamer zien van hun twee vermoorde zonen. Het is een herinneringskamer geworden. Op het bed staat een kartonnen bord met daarop verschillende foto’s van de mannen. Het bureau ligt vol met boeken en schriften. Alles is nog precies zoals het was op de dag dat de twee broers de kamer voor het laatst verlieten om naar het Sint Samuelklooster in Egypte te gaan.

Het was vroeg in de ochtend op vrijdag 26 mei toen een bus en een aantal auto’s vanuit Minya naar het Sint Samuelklooster vertrokken. De christenen reisden naar het klooster om te bidden en om vrijwilligerswerk te doen. „Na ongeveer veertig kilometer werd de groep tegengehouden door tien gemaskerde IS-strijders”, vertelt Mahrous. Hij heeft het verhaal gehoord van een overlevende die met zijn zoons in één van de volgauto’s zat. „Mijn zoon Georges heeft in het leger gezeten. Toen hij de gemaskerde mannen zag staan, wist hij meteen wat er aan de hand was. Hij zei tegen de anderen in de auto: „Ze gaan vragen om ons geloof in Jezus te verloochenen, maar dat moeten we niet doen.”

Het bleek inderdaad te gaan zoals Georges had gezegd. De IS-strijders vertelden dat je je leven kon redden door moslim te worden en het geloof in Jezus op te geven. Mijn zoons zeiden: „We zijn christen en gaan Jezus niet verloochenen.” Vervolgens werden ze neergeschoten, samen met zesentwintig andere christenen die weigerden om het geloof op te geven.”

Troost

Niet lang na de aanslag werd Mahrous gebeld door iemand die de mobiele telefoon van zijn zoon Georges had gevonden. „Hij vertelde me dat mijn zoon een ongeluk had gehad en in het ziekenhuis in Minya lag. Toen we daar heen gingen, hoorden we wat er gebeurd was.”

Mahrous zwijgt even en vervolgt dan: „Hoewel het verdriet groot is, ben ik trots dat mijn zonen hun geloof in Jezus niet hebben opgegeven. We missen Georges en Kerelos. Ik hield meer van hen dan van mezelf. Tegelijkertijd worden we gesteund door de wetenschap dat ze nu voor eeuwig in de hemel zijn, bij Jezus. Er is geen betere plek denkbaar. Wat zou ik graag bij ze willen zijn.”

Mahrous vertelt dat Georges in oktober zou trouwen. Graag had hij hem willen helpen om het huis dat hij samen met zijn aanstaande vrouw zou gaan betrekken, klaar te maken. „Ik werd getroost door de woorden van Jezus: „In het huis van Mijn Vader zijn vele woningen.” Dat huis is veel mooier dan wat ik hen kan bieden.”

Begraven

Georges en Kerelos werden aanvankelijk niet ver van hun ouderlijk huis begraven. Na vijftig dagen zijn ze echter opgegraven, om vervolgens een nieuwe rustplaats te krijgen in het Sint Samuelklooster. Het klooster deed de familie dit aanbod omdat Georges en Kerelos zich vele jaren als vrijwilliger voor het klooster hadden ingezet. Mahrous en Amalia beschouwden het aanbod als een grote eer. Mahrous: „Toen de lichamen na vijftig dagen werden opgegraven, bleek dat ze er nog precies hetzelfde uit zagen als op de dag van de begrafenis. De lichamen waren nog niet ontbonden en dat vonden we erg bijzonder.”

Ondanks het verdriet ervaart het getroffen gezin veel steun door te bidden en het lezen uit de Bijbel. Mahrous: „God is veel groter dan wij. Hij is almachtig. Hij heeft met alles een doel, maar wij kunnen dat vaak niet begrijpen. Ik herken mezelf erg in Job. God nam alles van hem af. Vervolgens zegt hij: „De Heere heeft gegeven en de Heere heeft genomen; de Naam van de Heere zij geloofd”.”

Richard Groenenboom is als journalist werkzaam bij SDOK (Stichting de Ondergrondse Kerk). Onlangs reisde hij naar Egypte om onderzoek te doen naar de situatie van christenen in Egypte.

Offensief tegen extremisten

Het Egyptische leger was de afgelopen maanden bezig met een offensief om de macht van IS-strijders in de Sinaï en ten zuiden van Caïro te breken. In de Sinaï boekte het leger successen. Zo kwam de stad El-Arish weer onder controle van de regering. Elders op het schiereiland zijn er echter nog wekelijks aanvallen over en weer. Ten zuiden van Caïro plegen extremisten nog regelmatig aanslagen. Vorige maand vielen daarbij tientallen doden onder veiligheidstroepen. Ook werden koptisch-orthodoxe christenen verhinderd om te gaan bidden in een kerk in de omgeving van Minya. Het gebouw was juist heropend na een renovatie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer