Curator gaat voor doorstart College Style
College Style maakt wellicht een doorstart. Curator Leonard Boender is met „meerdere partijen” in gesprek die belangstelling hebben om de failliete modeketen –of delen daarvan– over te nemen.
De twaalf winkels van College Style zijn woensdag gesloten. Boender zegt daartoe besloten te hebben omdat hij zich eerst een goed beeld wil vormen van de situatie van de onderneming.
De curator vraagt collectief ontslag aan voor de 78 personeelsleden van College Style. Die krijgen daarmee recht op een uitkering van UWV. Boender sluit niet uit dat op „een groot deel” van de medewerkers straks weer een beroep wordt gedaan als hij erin slaagt het bedrijf te verkopen.
Boender trekt zeker twee dagen uit voor gesprekken met de overnamekandidaten. Hij hoopt kort daarna meer duidelijkheid te geven over de toekomst van College Style.
De Rotterdamse advocaat, die als partner verbonden is aan het kantoor DVDW Advocaten, werd dinsdag tot curator aangesteld. Eerder die dag sprak de rechtbank in Rotterdam het faillissement van College Style uit. Dat was een week eerder aangevraagd door Jan Roukens, eigenaar van het familiebedrijf.
Zondagssluiting
De reformatorische vakorganisatie RMU heeft eerder aangekondigd contact op te gaan nemen met de curator. Daarbij zal de organisatie onder meer aandacht vragen voor „principiële zaken” zoals respect voor de zondagssluiting van de winkels van College Style.
Het modebedrijf werd in 1991 door de ouders van Jan Roukens gestart onder de naam Roukens dameskleding. Het aantal filialen groeide snel, tot 22 op het hoogtepunt. De keten richt zich op consumenten uit de reformatorische gezindte. De crisis in de kledingbranche ging College Style uiteindelijk niet voorbij. De afgelopen jaren werd er voortdurend bezuinigd en gingen filialen dicht.
Roukens noemde bij het bekend worden van de faillissementsaanvraag meerdere oorzaken voor de ondergang van zijn bedrijf. De eigenaar verwees naar de hevige concurrentie van webshops, de toenemende neiging van consumenten om hun inkopen in de grote steden te doen en de afnemende loyaliteit in de reformatorische gezindte aan ondernemingen uit eigen kring.