Eis 2 jaar cel tegen medeverdachte Van Rey
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag in hoger beroep twee jaar cel geëist tegen de Limburgse projectontwikkelaar Piet van Pol wegens omkoping.
Van Pol (74) zou voormalig VVD-politicus Jos van Rey over een periode van jaren hebben omgekocht. Van Pol trakteerde Van Rey onder meer op reisjes naar Zuid-Frankrijk en uitstapjes naar WK-voetbalwedstrijden. Van Pol wilde en kreeg daar zakelijk voordeel voor terug, meent het OM.
Van Pol staat tegelijk met Van Rey terecht, maar de zaken worden dinsdag apart besproken bij het gerechtshof in Den Haag. De eis tegen Van Rey volgt daarom later.
Volgens beide mannen slaat het OM de plank mis: hun gezamenlijke activiteiten hebben altijd louter in het teken van hun jarenlange vriendschap gestaan, zo hebben zij in de rechtszaal betoogd.
De rechtbank vatte de zaak vorig jaar minder zwaar op dan het OM, dat ook toen twee jaar cel eiste, tegen zowel Van Pol alsof Van Rey. Van Pol kreeg 100 uur werkstraf opgelegd, Van Rey 240 uur. Het OM tekende hoger beroep aan tegen het vonnis. Ook de twee beklaagden gingen in hoger beroep.
Van Pol had volgens het OM een groot zakelijk belang bij het in stand houden van de „speciale voorkeursrelatie” die hij met Van Rey had. Dat zij ook privé dik bevriend waren, heeft het zakelijke oogmerk van Van Pol niet anders gemaakt, redeneert het OM.
Van Pol gaf ook cadeaus aan een andere Roermondse wethouder, met dezelfde bedoelingen. Die kwamen onder andere neer op etentjes en donaties. Het OM kwalificeert dit als corrupte praktijken en ondermijning.
Zakenman Van Pol had voor de realisering van zijn projecten de steun van de gemeente Roermond nodig. De manier waarop hij en Van Rey te werk zijn gegaan, is ten koste gegaan van de gemeente, aldus het OM.
De overheid moet op objectieve gronden beslissingen nemen, betoogde de advocaat-generaal namens het OM. Omkooppraktijken zetten de concurrentie op achterstand. Corruptie schaadt het vertrouwen van de burger.
Volgende week volgen de pleidooien van de advocaten van Van Pol en Van Rey. Het hof verwacht op 20 december uitspraak te doen.