Käthe kleefde als een klit aan Christus als een klit aan een kleed”
Het geheim van de kracht van Luthers vrouw Käthe was dat ze aan Christus wilde kleven als een klit aan een kleed.
Dat zei Christine Stam-van Gent donderdag in Putten, waar zij een lezing hield op de contio van predikantsvrouwen van de Gereformeerde Bond (GB) in de Protestantse Kerk in Nederland. Stam, schrijver en columnist van onder andere het Reformatorisch Dagblad, bekende de tachtig predikantsvrouwen een beetje Luther- of Reformatieherdenkingsmoe te zijn. „Misschien is er bij u, predikantsvrouwen, ook wel pastoriemoeheid. Moe vanwege alle verwachtingen, van het leven in een glazen huis, misschien wel van heel het kerkelijk leven.”
Moeheid is een veelvoorkomende kwaal, aldus Stam, vooral onder vrouwen. „Maar toen ik me in de levens van vrouwen van reformatoren ging verdiepen, ontdekte ik dat die vrouwen bruisten van energie.”
Als voorbeeld noemde zij Katharina van Bora, de vrouw van Luther. „Käthe was een krachtige, authentieke persoonlijkheid. Authenticiteit zou weleens het beste middel tegen moeheid kunnen zijn.”
In dit Reformatiejaar zijn verwoede pogingen gedaan om Luther van alle kanten te belichten, aldus Stam. „Toch blijft hij een beetje een raadsel. Voor een deel ligt de oplossing in zijn vrouw. Wie Käthe buiten beschouwing laat, ziet slechts een halve Luther.”
Voor Luther waren zijn huwelijk en gezinsleven Gods grote verrassing, stelde zij. „Ambt en huwelijk hebben alles met elkaar te maken. Het is God Die ambt en huwelijk bij elkaar houdt. Die ook het zichtbare en onzichtbare pastorieleven in evenwicht houdt.”
Twee jaar nadat Käthe vluchtte uit het klooster kwam het tot een huwelijk met Luther. In het begin vond hij haar „trots en verwaand.” Hij trouwde met haar, niet zozeer omdat hij verliefd op haar was, maar omdat hij een huwelijk zag als een daad van barmhartigheid aan Käthe en als gehoorzaamheid aan God. „God heeft dit gewild en mij tot deze stap gebracht”, schreef hij.
Luther moest wel wennen aan haar scherpe tong en eigen wil. „Luther en Käthe waren aan elkaar gewaagd. Dat leverde conflicten op, maar er groeiden ook liefde en vrede en een stabiel huiselijk leven. Käthe heeft wel ondervonden dat gehoorzaam Gods weg gaan en tegelijkertijd jezelf blijven, niet altijd gemakkelijk is. Ze ondervond veel laster omdat ze met haar vlucht uit het klooster haar bruidsbeloften aan Christus zou hebben verbroken. In de laatste periode van haar leven zei ze dat ze aan Christus wilde kleven als een klit aan een kleed.”
Tegengif
Käthe heeft geweten wat het betekent om in een glazen huis te leven, gaf Stam richting de predikantsvrouwen aan. Niettemin bruisten de mannen en vrouwen van de Reformatie van energie. „Hun harten stonden in brand en ze lazen de Bijbel intensief. Dat is het enige tegengif tegen de moeheid die ons kan overvallen, of het nu Reformatiemoeheid of pastoriemoeheid is.”
Tegenover moeheid staat genade, stelde zij. „Als je vanuit eigen kracht of energie predikantsvrouw moet zijn, er altijd voor je gezin en voor de gemeente moet zijn, raak je vroeg of laat uitgeblust. Eén ding is nodig: kleven als een klit aan Christus.”
Tijdens het middagprogramma werden workshops gehouden onder leiding van E. Kooijmans, C. A. Duifhuizen en Lisanne de Bruijn.