Sharia-debat laait weer op in Nigeria
Met de vrijspraak van Safiya Husaini, die onder de islamitische wetgeving wegens overspel tot de dood door steniging was veroordeeld, is het debat over de toepassing van de sharia in Nigeria weer in alle hevigheid opgelaaid.
Ze lijkt veel ouder dan 35. Een sluier omlijst haar gezicht, dat door armoede en een leven vol ontberingen is getekend. Maar de opluchting is er niet minder om. Safiya Husaini stond maandag met een brede glimlach de media te woord nadat een islamitisch gerechtshof haar in hoger beroep had vrijgesproken van overspel. Een openbare executie door steniging is hiermee van de baan.
Tijdens de uitspraak, maandag, hield Safiya haar één jaar oude dochtertje Adama in haar armen. Het bestaan van dit meisje was de reden dat Husaini voor de rechter moest verschijnen. De Nigeriaanse baarde het kind nadat ze van haar echtgenoot was gescheiden. De buitenechtelijke zwangerschap vormde voor de rechter in eerste aanleg voldoende aanwijzing voor overspel. De biologische vader van Adama werd „wegens gebrek aan bewijs” gemakshalve meteen al vrijgesproken.
Voor Safiya was het allemaal een duidelijke zaak. „Het is omdat ik arm ben”, klaagde ze tegen de Britse omroep BBC. „Omdat ik vrouw ben, ben ik slachtoffer van het sharia-systeem geworden. De échte misdadigers gaan vrijuit omdat ze man zijn of invloed in hoge kringen hebben.”
Hoewel Safiya verklaarde dat ze tot een relatie met de bewuste man was gedwongen, nam de rechter haar verweer niet over, maar veroordeelde haar op grond van de sharia tot de doodstraf. In het hoger beroep, dat maandag diende, beriep de aangeklaagde vrouw zich op de suggestie dat ze door haar vorige echtgenoot was bevrucht, maar dat het embryo twee jaar ’slapend’ in haar baarmoeder had doorgebracht - een argument dat onder de islamitische wet zelfs tot zeven jaar na een scheiding mag worden aangevoerd.
Het hof ging maandag aan beide verweren voorbij, maar sprak Safiya Husaini toch vrij. De rechter oordeelde dat het overspel had plaatsgehad voordat de sharia in Noord-Nigeria was ingevoerd en dat het derhalve niet als misdrijf kon worden aangemerkt.
Zowel moslims als christenen in Nigeria hadden het proces tegen Safiya met spanning gevolgd. Velen staan de bloedige rellen die uitbraken na de invoering van de islamitische wetgeving in een twaalftal noordelijke Nigeriaanse deelstaten, nog helder voor de geest. De religieuze ongeregeldheden hebben de afgelopen twee jaar aan enkele duizenden mensen het leven gekost.
Als eerste Nigeriaanse deelstaat voerde Zamfara in januari 2000 de sharia in. Inmiddels hebben elf andere deelstaten dat voorbeeld gevolgd. De omstreden maatregel heeft de tegenstellingen tussen het overwegend islamitische noorden en het christelijke zuiden van het Afrikaanse land verder op scherp gezet.
Officieel valt de christelijke minderheid in islamitische regio’s niet onder de sharia, maar zij ondervindt wél de intimiderende gevolgen van de strenge wetgeving. Speciale vrijwilligerseenheden schuimen de straten af en roepen overtreders van de sharia-regels met geweld tot de orde. Bovendien worden christenen gediscrimineerd als het gaat om de toewijzing van belangrijke baantjes en hoge functies bij de overheid.
Begin dit jaar voerde de noordelijke deelstaat Katsina de eerste openbare executie uit op grond van de sharia. De 27-jarige moordenaar Sani Yakubu werd, in het bijzijn van regeringsfunctionarissen en familieleden van de slachtoffers, opgehangen op een gevangenisterrein in Kaduna. Het sharia-gerechtshof had aanvankelijk besloten dat de verdachte met hetzelfde mes waarmee hij zijn slachtoffers had vermoord, moest worden doodgestoken. Uit angst voor nieuwe rellen besloten de rechters de straf te wijzigen.
Volgens waarnemers was dat ook de reden voor de vrijspraak van maandag in de rechtszaak tegen Safiya Husaini. Mensenrechtenorganisaties en politici hadden grote druk op de regering van de christelijke president Olusegun Obasanjo uitgeoefend om de dreigende executie van de vrouw ongedaan te maken. In het gedecentraliseerde Nigeriaanse staatsbestel hebben de federale autoriteiten echter geen bevoegdheid om in dit soort kwesties direct tussenbeide te komen. Pas als alle rechtsgangen in de deelstaat zijn uitgeput, kan een beroep op het federale hof in Abuja worden gedaan, dat de gewraakte uitspraak vervolgens aan de grondwet toetst.
Met name president Obasanjo bevond zich daarom in een delicate positie. Herhaaldelijk heeft hij zich openlijk tegen de in zijn ogen barbaarse straffen in de islamitische wetgeving uitgesproken. Onder zijn regering zijn er op federaal niveau ook nooit executies uitgevoerd. Maar door de geldigheid van de sharia publiekelijk te betwisten, zou hij vermoedelijk de lont opnieuw in het Nigeriaanse kruitvat hebben gestoken.
Op hetzelfde moment dat Safiya Husaini werd vrijgesproken, veroordeelde een islamitische rechtbank in Bakori een andere Nigeriaanse vrouw wegens toegegeven overspel tot de dood door steniging. Het einde van het sharia-debat is nog niet in zicht.