Palestijnen straat op tegen Balfour-verklaring
Duizenden mensen zijn donderdag in de Palestijnse gebieden de straat opgegaan om te protesteren tegen de zogenoemde Balfour-verklaring. Het is donderdag precies honderd jaar geleden dat de verklaring, die wordt gezien als een belangrijke steun voor de oprichting van Israël, werd opgesteld.
„Wij eisen dat het Verenigd Koninkrijk excuses aanbiedt aan het Palestijnse volk, hun schadeloos stelt en onmiddellijk de staat Palestina erkent”, zei de Palestijnse minister-president in een verklaring van zijn kabinet.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog schreef de Britse minister van Buitenlandse Zaken Arthur Balfour op 2 november 1917 een brief waarin hij steun vroeg voor de oprichting van een „nationaal huis” voor Joden in Palestina. De zionistische beweging vroeg de Britten, die na de Eerste Wereldoorlog van de Volkenbond het mandaat hadden gekregen om de regio te besturen, herhaaldelijk om steun. Achteraf bekeken wordt de brief gezien als een belangrijke steun op weg naar de oprichting van Israël in 1948.
Volgens de Palestijnen legitimeerde de Balfour-verklaring hun vlucht uit en verdrijving van hun land in de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948, de eerste oorlog na de oprichting van de Joodse staat.
Tijdens een protestactie in Ramallah droegen mensen borden met opschriften als „gerechtigheid en vrijheid voor Palestina”. Kinderen zwaaiden met zwarte vlaggen. Ook in andere steden op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook werd gedemonstreerd.
In Londen heeft de Britse premier May donderdagmiddag een ontmoeting met de Israëlische minister-president Benjamin Netanyahu. In de avond volgt een feestelijk diner.