Meer zware vrachtvoertuigen op de weg
Op de Nederlandse wegen rijden steeds meer zware vrachtvoertuigen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kwamen er afgelopen jaar opnieuw meer zogeheten trekkers, trucks met opleggers, bij. Het aantal ‘normale’ vrachtauto’s nam wel iets af.
Sinds 2011 zijn er al meer trekkers dan vrachtauto’s. Begin dit jaar telde het Nederlandse voertuigenpark 74.000 trekkers en 62.000 vrachtauto’s. Bij elkaar waren dus ruim 136.000 zware voertuigen, aldus het CBS. Dat komt neer op een stijging van 1,3 procent in vergelijking met begin 2016.
De toename komt geheel op het conto van de trekkers, waarvan er bijna 2000 bijkwamen. Het aantal vrachtauto’s daalde juist met een kleine driehonderd voertuigen.
Trekkers zijn erg efficiënt in gebruik. Een chauffeur hoeft niet te wachten tijdens het lossen maar kan in principe meteen weer de weg op met een andere oplegger achter de trekker.
Opleggers worden voornamelijk gevuld met stukgoederen, voertuigen en machines. Bijna een kwart van dit vervoer bestaat uit het bezorgen van voedingsproducten, bijvoorbeeld levensmiddelen van distributiecentra naar winkelketens. Vrachtauto’s worden vaker ingezet voor het transport van zand, grind, cement en bouwmaterialen.
Het statistiekbureau houdt ook bij hoeveel opleggers er zijn die door de trekkers kunnen worden getrokken. Dat aantal is de laatste tijd harder opgelopen dan het aantal trekkers. Er kwamen er vorig jaar 6000 bij, waarmee het totaal op 149.000 kwam. Daarmee waren er tweemaal zoveel opleggers als trekkers.
Verder blijkt dat vrachtritten door de bank genomen steeds vaker met schonere motoren gereden worden. Van elke honderd ritten die Nederlandse vrachtwagens in de eerste helft van dit jaar maakten, waren er 38 die werden gereden door wagens met de nieuwere Euro 6-motoren. Een jaar eerder was dit nog slechts een kwart, aldus het CBS.