Nieuwe burgemeester Stapelkamp van Aalten keert terug naar zijn wortels
Terug naar huis is het niet, want mr. A. B. Stapelkamp heeft nooit in Aalten gewoond. Terug naar de wortels is het zeker; eeuwenoude wortels zelfs. En daarom liet hij de kans om burgemeester van Aalten te worden niet schieten.
Stapelkamp hoefde uit het Zeeuwse Kapelle helemaal niet zo nodig weg. „Mijn vrouw en ik wonen er met plezier. En ik ben in februari nog herbenoemd. We gaan alleen omdat het Aalten is. Donderdag word ik 56, dus het is wel: nu of nooit.” Hij is er niet de eerste bestuurder met deze achternaam; „een broer van mijn opa zat er in 1919 in de gemeenteraad.”
De nieuwe burgervader van de Gelderse gemeente –maandagavond voorgedragen– zette dinsdag een foto op Twitter: „‘Onze’ boerderij Het Stapelkamp, even buiten het dorp Aalten. Was altijd een pachtboerderij hoor…” Zijn familie woonde er ooit, maar overgrootvader vertrok, „waarschijnlijk uit armoede.”
Stapelkampen wonen er in Aalten intussen al meer dan vijf eeuwen. „Al vóór 1500 komt de naam voor in een pachtcontract, en in 1533 was een Stapelkamp verwikkeld in een rechtszaak. Over een kerkbank; moet je nagaan.”
Onderduikers
De opa van de burgemeester werd nog in Aalten geboren, maar trok naar elders. „Mijn vader en zijn broer kwamen er tijdens de Tweede Wereldoorlog als onderduiker terecht. Twee van de vele; Aalten had van alle Nederlandse dorpen relatief het hoogste onderduikersaantal. Familieleden verstuurden een roggenbrood per trein naar mijn oma en haar vier kinderen in Rotterdam –opa zat negen maanden in de gevangenis en drie zoons waren ondergedoken–, waar de voedselsituatie veel nijpender was dan op het platteland.”
Anton Stapelkamp werd zelf in Den Haag geboren. In Rotterdam was hij leerling van de reformatorische scholengemeenschap Guido de Brès. Hij studeerde Nederlands recht (staats- en bestuursrecht) aan de Universiteit in Leiden. Zestien jaar doceerde hij in het middelbaar beroepsonderwijs, aan ROC Albeda in Rotterdam. Daar klom hij op tot opleidingscoördinator openbaar bestuur en sociale zekerheid. Van 2001 tot 2010 was hij lid van het dagelijks bestuur van de Rotterdamse deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek.
Overeenkomsten
Op 25 februari 2011 volgde de installatie tot burgemeester van Kapelle. Nu gaat hij van Zuid-Beveland naar de Achterhoek, maar een vraag naar overeenkomsten tussen beide gemeenten levert een vlotter antwoord op dan informeren naar de verschillen. „Beide gemeenten zijn relatief klein. Hoewel de gemeente Aalten twee keer zo groot is als de gemeente Kapelle, en het dorp Aalten twee keer zo groot als het dorp Kapelle. Het zijn allebei plattelandsgemeenten met voor een deel een agrarische sfeer en agrarisch grondgebruik. Beide gemeenten hebben een sterke identiteit en dat maakt het voor een burgemeester gemakkelijker om die identiteit als een ambassadeur uit te dragen dan wanneer je op een vrij anonieme Vinexlocatie zit die veel op andere gebieden lijkt.”
Nog meer overeenkomsten: „Beide gemeenten zijn gezond, maar Aalten heeft enige last van krimp, al is het minder sterk dan in sommige andere Achterhoekse gemeenten, terwijl in Kapelle die krimp er nog niet is, maar de omgeving er al wel last van heeft. Beide gemeenten bevinden zich ver van de Randstad vandaan –het is in Nederland nauwelijks mogelijk verder naar het oosten te verhuizen dan ik nu doe– en kunnen het gevoel hebben dat de Randstad hen soms niet ziet staan. Alle twee de gemeenten hebben een sterke sociale structuur. Die uit zich in Aalten bijvoorbeeld in de noaberschap –burenhulp–, in Kapelle doordat vrijwilligerswerk en de inzet van kerkelijke organisaties echt nog iets voorstelt.”
Verschillen? „We gaan van het strand naar het zand. Zeeland is gestempeld door het water. In de Achterhoek zijn er alleen een paar beken, en de Oude IJssel.”
Van CDA naar CU
Beide gemeenten zijn vanouds protestants. Stapelkamp behoort zelf tot de PKN. „Dat maakt het gemakkelijker aansluiting te vinden dan wanneer ik in Zuid-Limburg terecht zou komen.”
Enig opzien baarde eind 2014 zijn overstap van het CDA naar de ChristenUnie. „Dat leverde even een paar vragen op, maar het is me nauwelijks nagedragen. Ik bemerkte vooral waardering voor het feit dat ik mijn principes volgde. En dat terwijl ik als CDA’er meer toekomstmogelijkheden had dan als lid van een kleinere partij.”