Ex-gevangenen moeten het vaak alleen rooien
Toen Hugo Bergveen (67) in 2014 na een jarenlange celstraf weer op vrije voeten kwam, was het een hele toer om een verzekering af te sluiten.
Kom je uit de gevangenis, „dan moet je je eigen boontjes doppen”, zegt de in Winschoten woonachtige Bergveen (die in werkelijkheid anders heet). Het verbaast hem niet dat de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) deze week concludeerde dat de nazorg voor ex-gedetineerden veel te wensen over laat. Gevangenissen, gemeenten en reclassering werken gebrekkig samen wat betreft de begeleiding van ex-gedetineerden, aldus de raad.
Het regelen van de aansprakelijkheids- en inboedelverzekering verliep uiterst stroef, zegt Bergveen, die van 2010 tot 2014 gevangen zat wegens een poging tot moord op zijn ex-vrouw. „Na mijn detentie meldde ik mij weer bij mijn vroegere verzekeringsmaatschappij, waar ik vóór mijn gevangenschap al tientallen jaren bij was aangesloten en waaraan ik altijd trouw de premie betaalde. Op het aanmeldingsformulier zette ik een kruisje in het vakje bij de vraag of ik in aanraking was geweest met justitie. Een paar dagen later werd ik gebeld over die kwestie. „Wat moeten we daaronder verstaan?” Toen ik zei dat ik enkele jaren had vastgezeten, was de reactie meteen: „Wij kunnen u niet verzekeren en u hoeft ook geen andere verzekeringsmaatschappijen te benaderen, want die hanteren hetzelfde beleid. Uiteindelijk kon ik terecht bij een speciale verzekeraar, bedoeld voor mensen die buiten de boot vallen. Maar dan betaal je dus wel torenhoge premies.”
Internet
Zeker voor gedetineerden die jarenlang achter de tralies hebben gezeten, is het vaak lastig weer wegwijs te worden in de maatschappij. Regelingen en procedures veranderen, instanties krijgen andere namen of kunnen alleen via internet worden benaderd. „Iemand kan tijdens detentie vaak nog geen praktische zaken regelen die te maken hebben met zijn terugkeer in de samenleving. Denk aan zaken als de inschrijving in je nieuwe woonplaats, het regelen van DigiD en het aanvragen van een bijstandsuitkering. Als ze weer vrij zijn, vinden veel ex-gevangenen het ingewikkeld die zaken te regelen. Het wordt extra lastig als de autoriteiten in gebreke blijven. Zo ken ik een oudere gevangene met versleten heupen die na zijn detentie geen woonruimte had. De gevangenis was vergeten hem in te schrijven als woningzoekende. Dus moest de man zich met zijn krukken maar zien te redden.”
Keurslijf
Nogal wat mensen die de gevangenis verlaten, worstelen met de herkregen vrijheden, weet Bergveen. Deze maand komt van zijn hand het boek ”Woning, werk en wederhelft” uit, waarin aandacht is voor deze problematiek. „In de gevangenis zitten mensen in een keurslijf. Alles wordt voor hen geregeld. Buiten de gevangenis krijgen ze in feite te horen: Zoek het maar uit. De leegte vinden ze vaak beangstigend. De kans is levensgroot dat mensen dan terugvallen. Daarom is het zo belangrijk dat ze leren dat ze op tijd uit bed moeten komen en normaal eten moeten koken. Probleem is dat ze vaak weinig mensen hebben om op terug te vallen. Familie heeft hen nogal eens uitgekotst.”
Cruciaal is dat een gedetineerde zélf alles op alles zet om na detentie zijn leven op orde te krijgen, benadrukt de Winschoter. „Hoewel ik het geluk had dat een sympathieke reclasseringsmedewerker me bijstond, moest ik nog steeds veel zelf regelen. Dat heb ik dan ook gedaan. Een reclasseringsmedewerker heeft misschien slechts een uur per maand tijd voor je. Dat heeft ook te maken met de ingrijpende bezuinigingen op het gevangeniswezen.”
Duister verleden
De samenleving heeft er de „meeste schade” van als ex-bajesklanten te weinig nazorg krijgen, benadrukt hij. „Hoe eerder een ex-gevangene weer op eigen benen staat, hoe eerder hij productief kan worden.”
Heet hangijzer is wat ex-gedetineerden loslaten over hun verleden, zegt Bergveen. „Toen ik vrij kwam, was ik open over mijn detentie. Maar stel dat je 40 bent. Vertel je op een sollicitatiegesprek dat je drie jaar vastzat? Dan kun je je baan wel vergeten. Hoe praat je het gat in je cv dicht? Ja, je liegt als je daarover een vals verhaal vertelt. Als je liegt, moet je altijd op je hoede zijn. Mensen kunnen er via internet toch achter komen dat je gevangen zat. Ik denk dat het belangrijk is om hier al in de gevangenis over na te denken en zo’n kwestie met een geestelijk verzorger te bespreken.”
„Problemen stapelen zich op”
De begeleiding van ex-gedetineerden kan beter, zegt Gevangenenzorg Nederland. De christelijke organisatie deelt de conclusie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming dat er het nodige mis is met de nazorg voor mensen die de gevangenis verlaten.
„Het is van belang dat ex-gedetineerden praktische en morele ondersteuning krijgen”, zegt Hugo Bulk, zegsman van Gevangenenzorg Nederland. „Als mensen een uitkering aanvragen, moeten ze een vaste woon- of verblijfplaats kunnen aangeven. Als ex-gevangenen zo’n adres niet kunnen melden, krijgen ze nul op het rekest. Gevolg is dat ze vaak weer terugvallen in crimineel gedrag.”
Ook al omdat de problemen voor ex-gedetineerden zich opstapelen, is het van belang dat ze de hulp krijgen. Bijvoorbeeld van vrijwilligers van Gevangenenzorg. „Nogal eens zit een ex-gevangene in een schuldhulpverleningstraject. Tegelijkertijd kan hij kampen met relatieproblemen. Door dat alles weet iemand vaak niet waar hij moet beginnen om de problemen aan te pakken. Een vrijwilliger kan orde in de chaos scheppen. Door bijvoorbeeld iemand te vergezellen naar het lokale bankfiliaal om financiële zaken te regelen, of door te helpen met het zoeken van woonruimte.”