Israëli’s luisteren wellicht politie af
Nederland onderzoekt of de Israëlische geheime dienst via tapkamers van een Israëlisch bedrijf, Nederlandse opsporings- en inlichtingendiensten afluistert. Uit een globaal onderzoek is nog niet gebleken dat dit daadwerkelijk gebeurt.
De ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie laten de zaak nu uitgebreider tegen het licht houden, erkende maandag een woordvoerder van Binnenlandse Zaken. Wanneer dat onderzoek wordt afgerond, is nog niet duidelijk.
Het globale onderzoek begon in december vorig jaar. Toen werd duidelijk dat de Israëlische leverancier van digitale afluisterapparatuur aan de Nederlandse politie, in de Verenigde Staten in opspraak is gekomen.
De FBI onderzoekt daar aanwijzingen dat de Israëlische geheime dienst en criminelen de apparatuur gebruiken om de politie zelf in de gaten te houden. Het Amerikaanse onderzoek naar deze vermeende spionageactiviteiten loopt al maanden. De FBI had eind vorig jaar al tientallen Israëliërs aangehouden. Een deel van deze mensen zou hebben gewerkt voor de Israëlische geheime dienst.
De FBI vermoedt dat de Israëlische geheime dienst, maar ook criminelen kunnen inbreken op de digitale apparatuur. Daardoor kunnen de opsporings- en inlichtingendiensten zelf het onderwerp van afluisterpraktijken worden.
Het door Israëliërs gerunde bedrijf levert sinds 1994 ook digitale afluisterapparatuur aan de Nederlandse politie. Dat bleek deze zomer tijdens een proces tegen verdachten van drugssmokkel in Almelo. Volgens de officier van justitie toen wordt in veertien van de dertig tapkamers in Nederland gebruikgemaakt van digitale apparatuur van Comserve Infosys, de omstreden Israëlische leverancier.
Een woordvoerder van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) wil niet zeggen of zijn organisatie ook van deze Israëlische apparaten gebruikmaakt.
Israël kan belang hebben bij het aftappen van Nederlandse informatie, bijvoorbeeld voor het bestrijden van de xtc-handel. Nederlandse en Israëlische criminelen hebben het overgrote deel van de wereldmarkt in handen.
Tijdens enkele processen in Nederland werd duidelijk dat Israël vindt dat de Nederlandse opsporingsdiensten zich aan te veel regels moeten houden en daardoor niet alle verkregen informatie kunnen doorgeven en gebruiken. Daarom kan er volgens de Israëliërs niet effectief genoeg worden opgetreden tegen deze drugshandelaren. Door de Nederlandse speurders af te luisteren, kunnen de Israëlische opsporingsdiensten toch dit soort ’besmette gegevens’ achterhalen en gebruiken voor eigen onderzoek.